Elektromagnetische straling is controversieel, zo bleek nog maar eens uit de reacties op het artikel over WiFi-routers.
Als radiogolven van WiFi-routers inderdaad schadelijk zouden zijn, hoe zit het dan met stralingsverwarming?
Tegelkachels en elektrische infraroodpanelen werken ook op basis van straling -- in het elektromagnetisch spectrum liggen hoogfrequente radiogolven en infrarode straling zelfs vlak naast elkaar.
Zijn WiFi-routers en warmtestralers slecht voor onze gezondheid? Lowtech Magazine zoekt het uit.
Foto: Erythema ab igne. Heeft deze jonge vrouw te lang voor een elektrisch infraroodpaneel gezeten? Of stond de WiFi-router onder haar bureau?
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Een elektromagnetische golf is een dubbele golfbeweging van enerzijds een elektrisch en anderzijds een magnetisch veld. Deze golven bestaan uit kleine energiepakketjes zonder massa, fotonen, die met de snelheid van het licht voortbewegen. Het elektromagnetisch spectrum bestaat uit radiostralen, microgolven, infrarode straling, zichtbaar licht, ultraviolette straling, röntgenstraling en gammastraling. Ze verschillen in "frequentie": het aantal trillingen per seconde. Hoe hoger de frequentie, hoe korter de golflengte en hoe groter de energie per foton. Eén trilling per seconde is gelijk aan 1 Hz, een miljoen trillingen per seconde is gelijk aan 1 Megahertz (MHz).
Het elektromagnetische spectrum. Bron illustratie: Scilogs.
Het elektromagnetisch spectrum zorgt ervoor dat we kunnen zien en dat we van de zon kunnen genieten. Het vormt ook de basis van een aantal belangrijke technologieën: verlichting, verwarming, communicatie. Maar elektromagnetische golven kunnen het menselijk lichaam ook schade berokkenen. Voorbeelden zijn de UV-straling van de zon of de radioactieve wolk van een ontplofte kerncentrale. Over de gezondheidseffecten van het ruime scala aan radiogolven -- veelvuldig gebruikt door moderne communicatietechnologie -- heerst onduidelijkheid.
Het effect van elektromagnetische straling op mensen hangt af van vier factoren: de frequentie van de straling, het vermogen van de straling, de afstand tot de stralingsbron, en de duur van de blootstelling. Kijken we naar de frequentie, dan is het onderscheid tussen ioniserende straling (golven met frequenties hoger dan zichtbaar licht) en niet-ioniserende straling (frequenties lager of gelijk aan zichtbaar licht) belangrijk. Van ioniserende straling (UV, röntgen, gamma) staat vast dat ze het genetisch materiaal kan beschadigen en kanker veroorzaken.
Radiogolven (mobiele telefoons), microgolven (WiFi-routers) en infrarode straling (stralingsverwarming) liggen aan de niet-ioniserende kant van het spectrum. Dat betekent dat de energie van deze fotonen te laag is om directe moleculaire schade te veroorzaken. Maar dat wil nog niet zeggen dat niet-ioniserende straling per definitie onschadelijk is. Aangezien de energie van fotonen wordt geabsorbeerd door het lichaam, kan niet-ioniserende straling het weefsel van een levend wezen opwarmen. In welke mate dat schadelijk is, hangt in grote mate af van de drie andere factoren: het vermogen van de stralingsbron, de afstand tot de stralingsbron, en de duur van de blootstelling.
WiFi-Routers en Zendmasten
Het vermogen van straling (uitgedrukt in watt of joule per seconde) is gelijk aan de energie per foton (de frequentie) maal het aantal fotonen per seconde (de intensiteit van de straling). Een WiFi-router zendt straling uit met dezelfde frequentie als een magnetron (2.4 GHz), maar het uitgestraalde vermogen is ongeveer 10.000 keer kleiner. Wie de kat in de magnetron stopt, zal merken dat hoogfrequente radiogolven (zoals microgolven ook worden genoemd) inderdaad schadelijk kunnen zijn. Maar met het zeer beperkte vermogen van een WiFi-router jaag je geen kat weg.
Met mobiele telefonie is het andersom. De frequentie van mobiele zendmasten (3G, 4G) ligt meestal iets lager dan in het geval van een WiFi-router (0,9 of 1,8 GHz tegenover 2,4 GHz), maar het vermogen is ongeveer 200 keer hoger dan dat van een WiFi-router. Dat komt omdat het signaal een stuk verder moet reiken dan in het geval van een WiFi-router, die een bereik heeft van hooguit 30 meter. De afstand tot de stralingsbron is dus groter bij een mobiele zendmast dan bij een WiFi-router, maar het omgekeerde geldt voor de mobiele telefoon, die we op ons lichaam dragen en een hoger vermogen heeft (10x) dan een WiFi-router. Ook de duur van de blootstelling is langer bij mobiele telefonie: een mobiele telefoon communiceert voortdurend met de zendmast, terwijl een WiFi-router alleen "straalt" als er een effectieve dataoverdracht plaats vindt.
Zendmasten op een gebouw. Foto: Wikipedia Commons.
Of het opwarmende effect van niet-ioniserende straling schadelijk is voor de gezondheid, heeft de wetenschap nog steeds niet kunnen achterhalen. Vlakbij een mobiele zendmast zijn radiogolven door het hoge vermogen gevaarlijk -- daarom mag niemand daar komen -- maar op langere afstand blijven de gevolgen onduidelijk. Er is evenmin uitsluitsel over niet-thermische effecten, zoals interferentie met de hersenen, die ook op bepaalde frequenties werken. Maar duidelijk is in elk geval dat als er negatieve gevolgen zijn, die veel eerder bij mobiele telefoons en de bijhorende zendmasten zullen optreden dan bij WiFi-routers. Aangezien het delen van WiFi-routers het gebruik van 3G en 4G zendmasten overbodig zou kunnen maken, zou de WiFi-router de straling zelfs kunnen beperken.
Ook WiFi-netwerken die informatie verzenden over veel langere afstanden, zoals de gemeenschapsnetwerken in verschillende Europese landen, zijn niet te vergelijken met mobiele zendmasten. Het vermogen ligt groottordes lager. Bovendien worden de WiFi-signalen gericht uitgezonden (van antenne naar antenne), terwijl 3G of 4G zendmasten en klassieke WiFi-routers hun straling in het rond strooien. We lopen dagelijks door de straling van mobiele zendmasten en WiFi-routers, terwijl dat bij op WiFi gebaseerde langeafstandnetwerken onmogelijk is -- dat zou immers betekenen dat de radioverbinding wordt verbroken, want de antennes moeten elkaar kunnen "zien".
Stralingsverwarming
Stralingsverwarming is in grote lijnen hetzelfde verhaal. Ook in dit geval is het vermogen van de stralingsbron een belangrijke factor. De krachtigste stralingswarmtebron die we kennen -- de zon -- heeft zo'n hoge temperatuur dat er ook straling met korte golven wordt geproduceerd, zoals UV-straling. Deze ioniserende straling kan huidkanker veroorzaken en daarom worden we geadviseerd om niet te lang in de zon te blijven. Behalve de zon is er geen enkele praktische verwarmingsbron die UV-straling produceert, maar dat betekent niet dat stralingswarmte per definitie onschadelijk is. Er moet namelijk een onderscheid worden gemaakt tussen kortgolvige en langgolvige infraroodstraling.
Blijft de temperatuur van een stralingsbron beneden de 100 graden, zoals in het geval van een tegelkachel of een elektrisch infraroodpaneel, dan wordt de warmteoverdracht gedomineerd door langgolvige infraroodstraling. Deze golven warmen de huid op maar dringen niet door in het lichaam en zijn geheel onschadelijk -- gelukkig maar, want alles romdom ons heen straalt onophoudelijk langgolvige infraroodstraling uit. Daarentegen hebben open haarden, houtkachels en kortgolvige infraroodstralers ("straalkachels" en terrasverwarmers) een aanzienlijk hogere oppervlaktetemperatuur. Het gevolg is dat ze een groter aandeel kortgolvige infraroodstraling uitzenden, die wel het huidweefsel kan binnendringen als de persoon zich te dicht bij de stralingswarmtebron bevindt. [7,8]
Een 22-jarige vrouw met "kachelbenen": te lang voor de stoof gezeten.
Bron "Diseases of the Skin", James H. Sequeira, 1915.
Net als bij radio- en microgolven is ook bij stralingswarmte de afstand tot de stralingsbron en de duur van de blootstelling van belang. Te regelmatig en te dicht bij een kortgolvige stralingsbron zitten kan tot een huidaandoening leiden die "Erythema ab igne" of "kachelbenen" wordt genoemd. De aandoening manifesteert zich als een vlekkenpatroon op de huid. Het is meestal een goedaardige dermatitis en de vlekken verdwijnen doorgaans een paar maanden nadat de blootstelling stopt. Blijft de persoon zich evenwel blootstellen aan de warmtebron, dan kunnen de vlekken permanent worden. Deze gevallen kunnen zich op lange termijn bovendien ontwikkelen tot huidkanker, hoewel dat eerder zeldzaam is. [2-6]
De aandoening werd voor het eerst beschreven in de vroege twintigste eeuw, maar ze moet al veel langer bestaan hebben. Hoe vaak ze voorkwam, is onduidelijk. In een medisch handboek uit 1920 wordt ze omschreven als "een zeldzame ziekte die zich manifesteert op de voorkant van de benen, wat leidt tot een permanente pigmentatie van de huid, en die vooral voorkomt bij seniele, zwakke, of alcoholische personen, of personen die blootgesteld zijn aan extreme hitte (zoals brandweerlui of stokers)." [1] Recentere onderzoeken stellen dat de aandoening "relatief vaak voorkwam bij ouderen die te lang dichtbij een open haard of houtkachel stonden of zaten". [2-6]
Let op met Bedkruiken
Open haarden en houtkachels worden in onze streken nu veel minder gebruikt, zeker als enige warmtebron in een huis. Toch worden er nog steeds gevallen opgetekend van huidaandoeningen door warmtestralers, al is dat nu meestal te wijten aan het gebruik van kortgolvige infraroodstralers -- de rood opgloeiende elektrische kacheltjes. De aandoening is ook nog steeds een beroepsziekte bij koks en bakkers (op de armen) en bij juweelontwerpers, zilversmeden en glasblazers (in het gezicht). De dermatitis is ook vastgesteld in ontwikkelingslanden, bij vrouwen die zittend koken voor een open vuur. [2-6]
Extra voorzichtigheid is geboden met verwarmingselementen die werken op basis van conductie -- direct contact tussen lichaam en warmtebron. Recente onderzoeken hebben Erythema ab igne vastgesteld ten gevolge van het gebruik van warmtekussens, warmwaterkruiken, stoelverwarmers in auto's, elektrische dekens, en zelfs laptops, hete baden of douches.
Bedkruiken. Wikipedia Commons.
Dit betekent niet dat het gebruik van deze warmtebronnen per definitie gevaarlijk is. Alle gevallen van Erythema ab igne zijn het gevolg van een zeer frequente blootstelling aan een warmtebron. Er is het geval van een man die vijf tot zes douches per dag nam, en een meisje dat dagelijks 60 tot 90 minuten in een heet bad zat. [2,3] Een zestienjarige jongen ontwikkelde vlekken in de nek na twee maanden lang elke nacht op een verwarmd kussen te hebben geslapen -- de eerste symptomen doken op na twee weken. [4] Een vrouw ontwikkelde de aandoening na het gebruik van een verwarmde autozetel bij een gebruik van 2 tot 4 uur per dag over een periode van een aantal jaren. [5] De meeste gevallen die vandaag worden opgetekend zijn het gevolg van het regelmatige gebruik van warmtekussens of bedkruiken voor het verlichten van rugpijn. [6]
Kris De Decker
Nog niet geabonneerd op de vernieuwde nieuwsbrief? Het kan via deze link.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bronnen:
[1] "Dermatology: the essentials of cutaneous medicine", Walter James Highman, 1921
[2] "Some like it hot: Erythema Ab Igne due to Cannabinoid Hyperemesis", Ryan R. Kramer, 2014
[3] "Erythema ab igne caused by frequent hot bathing", Sung-Jan Ling, 2002
[4] "Thermal pillow: an unusual causative agent of erythema ab igne" (PDF), Enver Turan et al., 2013
[5] "Erythema ab igne: evolving technology, evolving presentation", Katarine Kesti et al, 2014
[6] "Erythema ab igne: a case report" (PDF), Melinda Mohr et al., 2005
[7] "ICNIRP Statement on Far Infrared Radiation Exposure", ICNIRP, 2006
[8] "ICNIRP Guidelines on Limits of Exposure to Incoherent Visible and Infrared Radiation" (PDF), ICNIRP, 2013
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Meer straling:
- Gratis en energie-efficiënt mobiel internet
- Zo bouw je een lowtech internet
- Een tegelkachel in het stopcontact: elektrische infraroodverwarming
- Haal de zon in huis: tegelkachels en warmtemuren
- Isolatie: eerst het lichaam, dan het huis: thermische onderkleding
- In de schaduw van de koeltorens: atoomenergie in dichtbevolkte gebieden
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
(1)
Buitengewoon interessant artikel. Stelt de diverse stralingstoepassingen in een duidelijk perspectief. Betekent dus altijd de combinatie van frequentie, vermogen, afstand en tijdsduur erin betrekken om de mogelijke schadelijkheid te beoordelen.
Een soortgelijke relatie geldt overigens ook voor chemische stoffen. Iedere stof (zelfs alle normale voedingsstoffen) kan een giftige uitwerking hebben, mits de hoeveelheid (vermogen) en tijdsduur (duur en frequentie van blootstelling) maar hoog genoeg zijn. Bij de ene stof zijn deze grenzen zeer veel eerder bereikt dan bij de andere.
Verder boeiend om te lezen dat ook infrarood straling - mits kortgolvig - en zelfs conductie soms schadelijk kunnen zijn. Bij die laatste hebben we het denk ik alleen niet meer over straling, maar over geleiding van warmte. Of zie ik dat verkeerd?
Geplaatst door: h. honnest | 18 oktober 2015 om 13:02
(2)
Ik heb mijn huis laten doormeten op EM straling. Ik heb ook een 1000 watt IR warmtepaneel laten meten (120*60 cm). Volgens de strenge richtlijnen van de bouwbiologie was de hoeveelheid straling voor dat paneel geen probleem vanaf een afstand van 1 meter.
Overigens heeft mijn zoon mij afgelopen week 'overgehaald' om WiFi in huis te halen. Hij moet immers kunnen whatsappen. Ik heb een met aluminiumfolie beklede schoenendoos om het wifi kastje gezet. De straling is daardoor meer dan 100 maal lager. Mijn zoon kan in de kamer waar het apparaat staat ongehinderd gebruik maken van de wifi. 's nachts gaat het apparaat uit. De telefoon ook.
Geplaatst door: Blij als een kind | 18 oktober 2015 om 13:59
(3)
h. honnest,
toch even de vergelijking met stoffen nuanceren. Er zijn stoffen waarvoor geen maximale veilige limiet bestaat. M.a.w. alles is te veel. (Dat gaat o.a. op voor asbest in de lucht.)
En zoals je zelf al terecht aangeeft moet bij 'tijdsduur' zowel gekeken worden naar de hoeveelheid als naar de frequentie van blootstelling. Het fenomeen van accumulatie is vaak heel belangrijk. (Dat gaat overigens ook op voor bepaalde vormen van straling.) Dus hoeveelheden die totaal onschadelijk zijn kunnen op termijn in het lichaam tot schadelijke hoeveelheden cumuleren of kunnen schadelijk worden als de blootstelling te vaak voorkomt.
Geplaatst door: Renaat | 18 oktober 2015 om 17:35
(4)
@ h honnest
Het gaat bij die laatste gevallen inderdaad over conductie. Maar de drie vormen van warmteoverdracht gaan altijd samen. Een bedkruik verwarmt hoofdzakelijk via conductie, maar produceert ook warmte via infrarode straling en convectie.
Dat de aandoening ook kan optreden bij conductieverwarming kan betekenen dat niet de straling zelf maar het voortdurend opwarmen van de huid (om welke reden dan ook) tot de vorming van vlekken kan leiden. Maar hoe de aandoening precies ontstaat, weten we nog niet.
Geplaatst door: Kris De Decker | 18 oktober 2015 om 20:04
(5)
Sorry jongens, maar ik heb de indruk dat jullie wat plak en knipwerk hebben gedaan van op het internet opgezochte info, maar dat jullie echt niet weten waar de klepel hangt.
De grootste flaters even opgesomd:
"De frequentie van mobiele zendmasten (3G, 4G) ligt meestal iets lager dan in het geval van een WiFi-router (0,9 of 1,8 GHz tegenover 2,4 GHz), maar het vermogen is hoger dan dat van een magnetron."
Vermogen hoger dan dat van een magnetron? Ik dacht het niet. Een microgolfoven heeft een typisch vermogen van 750 à 1000 Watt. Een GSM antenne op een mast, iets van een 10 à 20 Watt.
"Ook de duur van de blootstelling is langer bij mobiele telefonie: een mobiele telefoon communiceert voortdurend met de zendmast, terwijl een WiFi-router alleen "straalt" als er een effectieve dataoverdracht plaats vindt."
Spijtig voor jullie: het is net andersom. Een mobiele telefoon zendt enkel bij het telefoneren (op een paar zeer korte statusmeldingen na). Een Wifi router zendt continu.
"Ook WiFi-netwerken die informatie verzenden over veel langere afstanden, zoals de gemeenschapsnetwerken in verschillende Europese landen, zijn niet te vergelijken met mobiele zendmasten. Het vermogen ligt groottordes lager."
Fout: Deze straalverbindingen hebben meestal een groter vermogen.
"Bovendien worden de WiFi-signalen gericht uitgezonden (van antenne naar antenne), terwijl 3G of 4G zendmasten en klassieke WiFi-routers hun straling in het rond strooien."
Je haalt twee zaken door elkaar. Ofwel heb je een point to point straalverbinding: die zendt (met hoog vermogen trouwens) een bundel naar een verder gelegen gebied. Dit signaal kan je nooit oppikken als gebruiker. Dus ook niet als het wifi zou zijn. De GSM masten gebruiken dit ook om verschillende masten met elkaar te verbinden.
Ofwel "strooi" je het signaal in het rond, zodat iedereen het kan gebruiken. Dat is wat GSM masten doen en dat is bij wifi ook nodig, anders heb je geen ontvangst.
Radiosignalen volgen allemaal dezelfde fysische wetten. Vervang je 3G/4G door wifi, dan heb je minstens evenveel zenders en vermogen nodig als bij GSM. Eigenlijk nog meer omdat de hogere frequentie van wifi sterker gedempt wordt door gebouwen.
Je merkt zelf wel dat je 50 meter van je wifi router geen ontvangst hebt. Daar heb je dus al een tweee router nodig. enzoverder.... 3G/4G heeft dit geoptimaliseerd door een centrale antenne te plaatsen op een hoge mast.
Het is niet omdat iets sympathiek overkomt, dat je het met foute stellingen moet gaan bewijzen als een degelijk alternatief.
Geplaatst door: Geert Bellens | 19 oktober 2015 om 07:01
(6)
@ Geert (#5)
Als dit artikel gebaseerd zou zijn op knip-en plakwerk van het internet, dan zou het besluiten dat zowel WiFi-routers als mobiele telefonie levensgevaarlijk zijn.
Maar ter zake. Het vermogen van een mobiele zendmast ligt inderdaad veel lager dan dat van een magnetron. Ik heb verkeerdelijk het *energieverbruik* van een zendmast (dat inclusief alle apparatuur meestal tussen 1 tot 5 kW bedraagt) als waarde voor het zendvermogen genomen (dat deed ik ook voor de WiFi-router trouwens).
Dat neemt niet weg dat het zendvermogen van een 3G/4G zendmast (jouw 20 watt) ongeveer 200 keer hoger ligt dan het zendvermogen van een WiFi-router en WiFi-ontvanger (elk 0,1 watt). Het zendvermogen van de mobiele telefoon zelf is gemiddeld 1 watt, tien keer hoger dan de WiFi-router. Kortom, foute cijfers, maar juiste conclusie. Ik heb de tekst aangepast.
Mijn punt over op WiFI gebaseerde langeafstandsnetwerken heb je niet begrepen. Uiteraard moet het signaal uiteindelijk omnidirectioneel worden verspreid zodat de gebruikers het kunnen oppikken. Maar dat gebeurt niet met het hogere vermogen dat nodig is om de langere afstanden te overbruggen.
Als conclusie schrijf je: "Vervang je 3G/4G door wifi, dan heb je minstens evenveel zenders en vermogen nodig als bij GSM."
Meer zenders, uiteraard. Maar niet meer vermogen, want het is efficiënter om vele kleine en minder krachtige zendstations in te zetten dan een paar centrale torens die krachtiger zijn. De straling neemt immers af met het kwadraat van de afstand.
Daarom wordt het inzetten van meer maar minder krachtige zenders voorgesteld om zowel het energieverbruik als de straling van mobiele telefonie te verminderen. Zie bv deze studie: http://arxiv.org/ftp/arxiv/papers/1204/1204.2101.pdf
Geplaatst door: Kris De Decker | 19 oktober 2015 om 12:34
(7)
Beste Kris,
Een wifirouter heeft een lager vermogen, klopt, maar je reikwijdte is veel kleiner. Om de 50 meter heb je dan een nieuwe router nodig, wat compleet onrealistisch is buiten een bebouwde straat.
Of je nu zeer veel kleine wifi zenders hebt, of je hebt gewoon veel GSM zenders zoals nu: de stralingsbelasting blijft identiek, want je ontvanger heeft dezelfde gevoeligheid.
Het enige verschil is de regio op het dak van een GSM-mast waar je je niet moet begeven omdat daar de veldsterkte nog te groot is. Een paar meter verder is dat al niet meer het geval.
Wat je eigenlijk zegt: vervang de straatlantaarns door heel veel zaklampen, (want iedereen heeft wel een zaklamp in huis.) Want als je in de mast van de straatlantaarn klimt, en je kijkt erin, kan je je ogen beschadigen en daarom zijn straatlantaarns gevaarlijk.
Geert
Geplaatst door: Geert Bellens | 19 oktober 2015 om 17:36
(8)
@ Geert
Je vergelijking met verlichting is interessant. Ik stel inderdaad voor de straatlantaarns (mobiele zendmasten) te vervangen door zaklampen (wifi-routers). Dat is al eerder in de geschiedenis gebeurd. Op het einde van de negentiende eeuw werden in verschillende steden booglampen geïnstalleerd.
Dat waren zeer krachtige lampen die hun licht vanop een hoge toren over de hele stad uitstrooiden. Pas later slaagde men erin om lampen te maken die veel minder licht gaven, en ook veel minder energie verbruikten. Illustraties en meer info in dit artikel: http://www.lowtechmagazine.com/2009/01/moonlight-towers-light-pollution-in-the-1800s.html
Lokale verlichting is efficiënter omdat je minder verlichting "verliest" tijdens het "transport". De straling neemt af met het kwadraat van de afstand. Mijn leeslampje verbruikt milliwatts, het geeft ook heel weinig licht. Maar in bed geeft het mij voldoende licht zodat ik een "connectie" kan maken met mijn boek.
Dat komt omdat de afstand tot de lichtbron erg klein is. Bijna alle licht wordt gebruikt om de bladzijde te verlichten, er gaat bijna niets "verloren". Knip ik de plafondlamp aan, dan is er veel meer energie en straling (licht) nodig om die connectie te maken omdat delen van de kamer daarvoor nutteloos worden verlicht.
Je schrijft: "Om de 50 meter heb je dan een nieuwe router nodig, wat compleet onrealistisch is buiten een bebouwde straat."
Op de kaarten in het vorige artikel kan je duidelijk zien dat er in elke bebouwde straat in elk geval meer dan genoeg WiFi-routers staan opgesteld. Mensen die mobiele toegang tot het internet willen, bevinden zich meestal in zo'n bebouwde straat. Dit concept werkt alleen maar in steden, maar dat is ook waar de meeste vraag is naar draadloos internet.
Op het platteland kan je op bepaalde plekken draadloze internettoegang aanbieden. Maar niet overal. Op die plekken kan je dan wel mobiele zendmasten bouwen. Of geen mobiel internet aanbieden. We moeten af van de dwangidee dat elke vierkante meter van België of Nederland mobiele toegang tot het internet moet hebben.
Geplaatst door: Kris De Decker | 19 oktober 2015 om 20:37
(9)
Kris,
je beschrijft het heel goed: met jouw leeslampje heb jij wel voldoende licht. Maar voor mensen in de straat is het dan donker.
Met wifirouters is het hetzelfde: je hebt vlakbij woningen wel voldoende dekking (en dan spreken we nog niet over transmissiesnelheden, want dat kan ook tegenvallen). Maar daarbuiten valt het dik tegen.
Eens buiten een bebouwde straat heb je ...niets.
En daar dient "mobiel" internet via een 3G/4G nu net voor, omdat je gewoonweg niet kan rekenen op de wifirouters van woningen als je mobiel bent. Allemaal goed en wel in de stad en dorpskern, maar daarbuiten werkt het niet.
Ofwel heb je dan inderdaad een 3G/4G netwerk zoals in Belgie, ofwel heb je niets (waar jij eerder naar neigt heb ik de indruk).
Mijn punt is: 3G/4G vervangen door Wifi is qua verbruik,stralingsbelasting, topologie,... geen verbetering als je naar dezelfde dekking en transmissiesnelheden streeft.
Geert
Geplaatst door: Geert Bellens | 21 oktober 2015 om 08:55
(10)
Zes jaar geleden woonde ik een korte tijd in Panama Stad. Het hele stadscentrum had toen al wifi, en met één telefoontje, creditcardnummer geven en $5 per maand overmaken had je meteen internet. Het voordeel van een ontwikkelingsland, de telefonie was pas in 2000 geprivatiseerd maar in extreem korte tijd gemoderniseerd.
Geplaatst door: Benfatto | 21 oktober 2015 om 20:23
(11)
Ik ga me toch ook eens mengen in deze discussie. Ik ben voorstander van het mobiel telefoon netwerk op te splitsen in kleine masten ipv die gigantisch spellementen. Waarom: zoals al gezegd neemt het vermogen van de straling af met het kwadraat van de afstand. Als men dus een straal van 10 km wilt voorzien van netwerk met 1 toren, hoeveel meer vermogen zal er dan nodig zijn als we dat voorzien met kleinere masten van 100 meter bereik? De blootstelling zal een stuk lager zijn. Waarom? Heel simpel: er is een 100 keer kleiner bereik, dus is de initieel uitgestraalde vermogen 10000 keer kleiner om op de buitengrenzen hetzelfde vermogen te hebben. En dan zou dat al een heel stuk onder de gevaarlijke dosis zijn welke de grote masten wel bereiken binnen enkele meters bereik.
En ja: om die cirkel van 10 km op te vullen met cirkels van 100m zou er met overlap dienen gewerkt. Maar zelfs dan nog zou de totale stralingsdosis voor de personen een stuk minder zijn. Want de overlappende grenzen zullen het initiële uitgestraald vermogen niet overschrijden (tenzij natuurlijk foutieve plaatsing te kort opeen). En dat zal nog lager zijn dan mensen die tegenwoordig redelijk dicht bij een grote mast wonen.
Indien u twijfelt, wil ik er wel gerust eens een schema van maken en doorsturen naar de webmaster hier zodat die dat dan ook eens kan plaatsen. Desnoods een kort nieuw artikel specifiek over het onderwerp.
Maar allessinds, Geert, u denkt te recht evenredig met straling, terwijl het niet recht evenredig is maar een kwadratische functie is. En het voorbeeld van verlichting klopt wel degelijk ook, ookal is dat leeslampje misschien slecht gekozen. Maar zie het zo: of u plaatst in u living centraal 1 grote lamp of u plaatst 4 spots, elk naar een uithoek wat. Hoeveel vermogen zal men in elk van de gevallen moeten hebben om de living te verlichten? Die 4 spotjes verspreid zal efficiënter werken dan centraal 1 kampt te voorzien waarbij de hele living licht moet hebben.
Geplaatst door: Brecht Schatteman | 28 oktober 2015 om 12:20