Tweeduizend jaar lang werden windmolens gebouwd uit materialen die recycleerbaar of herbruikbaar zijn: hout, steen, baksteen, metaal, canvas. Toen de eerste windturbines verschenen aan het einde van de negentiende eeuw, bleven de gebruikte materialen dezelfde. Het is pas met de komst van plastic wieken in de jaren 1980 dat windenergie een bron van afval is geworden.
Nieuwe technologie maakt het mogelijk om grotere windturbines opnieuw uit hout te bouwen –- niet alleen de wieken, maar ook de toren en de rest van de structuur. Dit zou niet alleen het afvalprobleem oplossen, maar ook de productie van windturbines grotendeels onafhankelijk kunnen maken van fossiele brandstoffen en mijnbouw.
Door de ruimte tussen de windturbines vol te planten met bomen, kan meteen het hout voor de volgende generatie windturbines worden geleverd. De windturbine kan zo een schoolvoorbeeld worden van de circulaire economie.
Laatste reacties