Allerlei soorten bomen en struiken kun je als knotboom of hakhout beheren, niet alleen biomassa-leveranciers maar ook vruchtdragers en medicinale planten. Welke functies vallen er te combineren? En hoe groot moet je bos zijn om er je huis mee te verwarmen? Een gastbijdrage van Lucas Brouns.
Foto: Houtwal met voornamelijk wilg, els en es tussen de Aa en een sloot op een geitenboerderij te Breukelen, foto cc by-sa-nc-3.0 Knotgroep Breukelen
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Een knotboom is een boom die periodiek wordt teruggezet tot op een bepaalde hoogte. Daar ontstaat een 'knoot' van waaruit snelle jonge groei ontspruit. Omdat deze jonge scheuten snel naar het licht groeien, krijg je rechte takken. Zo is het hout minder knoestig, en dus geschikter voor allerlei toepassingen.
Bij hakhout wordt min of meer dezelfde techniek toegepast maar dan lager bij de grond, op een stronk die je 'stoof' of 'stoel' noemt. De hoeveelheid biomassa (hout en bladeren) die stoven en knotbomen leveren groeit mettertijd, omdat de stoof respectievelijk stam wel dikker wordt en meer wortels krijgt. De boom of struik blijft bij degelijk beheer langer leven dan een exemplaar dat je met rust laat. Dit komt door de periodieke verjonging.
Een stoof in hakhoutcultuur, foto door Roger Jones.
Enkele voorbeelden van bomen die geknot worden zijn wilg, es, els, eik, linde en robinia. In hakhoutvorm zie je een aantal dezelfde plantensoorten maar ook een reeks andere (zie verderop). Ook komen korte-rotatie-culturen voor van bijvoorbeeld wilg, populier en els waarvan in kortere tussentijd wordt geoogst zoals dat ook met riet en bies gebeurt.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
De hoeveelheid biomassa (hout en bladeren) die stoven en knotbomen leveren groeit mettertijd
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hakhout van wilg, populier en els voor langere of kortere rotatie is vaak aangeplant op nattere percelen die je een griend noemt. Deze planten kunnen immers goed op natte plekken groeien. Hakhout van hazelaar, eik en tamme kastanje past goed op drogere plekken, ook in een bos onder een aantal hoge bomen.
De takkenoogst aan essenhakhout op een perceel van Staatsbosbeheer bij Odijk, foto cc by-sa-nc-3.0 Oefenboerderij
Een combinatie van hakhout met opgaande bomen is ook goed mogelijk. Als er niet te veel hoge bomen staan, krijgt het hakhout genoeg licht om te groeien. Tamme kastanje onder opgaande eiken is een voorbeeld, en meer voorbeelden vind je op http://ecopedia.be/fiche/middelhout.
Schaduw en ruimte
Het verschil tussen een opgaande boom en een teruggezette boom zit niet zozeer in de productiecapaciteit, hoewel die bij laatstgenoemde wel iets groter kán zijn. Het verschil zit vooraleerst in de bereikbaarheid van de takken en bladeren. De werkhoogte van een knotboom is meestal ruim 2m.
De voordelen van een boom met +2m knothoogte kunnen zijn dat dieren niet van de jonge scheuten eten, dat je eronderdoor kunt kijken, dat de weg of sloot begaanbaar blijft omdat de takkenkroon hoger staat, dat water en kruiend ijs in uiterwaarden de aangroei niet beschadigen, en vaak om een aantal van zulke redenen tegelijk.
De bladeren en takken blijven bereikbaar voor de oogst zonder dat de dieren ze (op een ongewenst moment) opeten. Van linde of eucalyptus bijvoorbeeld kun je bladeren plukken wanneer je ze maar nodig hebt, of je oogst takkenbossen om te drogen als veevoer voor de winter.
Knothaagbeuken bij Tewin, UK, foto cc by-sa-2.0 Stuart Warrington
Een ander verschil tussen een teruggezette boom en een opgaande boom is de ruimte die wordt ingenomen. Wil je wel schaduw op je huis in de zomer, maar niet te veel schaduw op je rieten dak (waarop dan mos zou gaan groeien), dan neem je een knotboom of leiboom.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Dunnere twijgen en takken worden geoogst voor onder meer vlechtwerk, zinkstukken/waterkeringen, funderingen en houtsnippers
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Wil je wel een haag die de wind breekt maar niet te veel schaduw op andere gewassen, dan hou je de hoogte op peil met knotbomen of een haag. De hoogte van een opgaande schietwilg is namelijk al gauw 20m en die van een knotwilg 2 à 3m plus (na 4-7 jaar) een takkenkroon van 6 à 8m. Een knotbeuk of knotlinde neemt niet alleen in verticaal, maar ook horizontaal veel minder ruimte in dan de opgaande vorm.
Knotlindes
en leilindes geven schaduw op het huis, maar niet te veel op het
rieten dak - een opgaande linde zou met die schaduw voor mosvorming
zorgen. Hier te Nunspeet, foto cc by-sa-nc-3.0 Oefenboerderij
Nog een reden om bomen te knotten is zoals hierboven genoemd de gewenstheid van rechte, lange stukken hout voor de bouw, gereedschapstelen, en dat op regelmatige basis. Dunnere twijgen en takken worden geoogst voor onder meer vlechtwerk, zinkstukken/waterkeringen, funderingen en houtsnippers. Je kan de kroon ook uitdunnen (stikken) opdat de resterende takken dikker worden.
Soorten knotbomen en hakhout
Er zijn aardig wat loofbomen die je kunt knotten. Met sommige gaat het gemakkelijker dan met andere. Bekende soorten/geslachten die er goed op reageren zijn wilg (schietwilg), populier, haagbeuk, linde, els, es, plataan, eik. Een stuk meer geduld is er natuurlijk nodig voor de beuk of de moerbei. Verder noemen we hier valse acacia, paardenkastanje, esdoorn, taxus (een uitzondering op de regel dat je geen naaldbomen kunt knotten), eucalyptus en pawpaw.
Oude knoteiken op Epsom Common, UK, foto cc by-sa-2.0 Stefan
Czapski
Een boom of struik die is teruggezet zal de jaren daarna energie uit het wortelstelsel moeten halen om opnieuw een bladerdak te maken. Pas vanaf het derde jaar kan de plant weer netto energie opslaan. De plant zal vaak niet bloeien en vrucht zetten. Het is goed daarmee rekening te houden, alleen al vanwege de beschikbare hoeveelheden nectar voor insekten. Als hakhout zijn eveneens de els, es, wilg, populier en eik in beheer. Ook zie je onder andere berk, hazelaar, tamme kastanje en wilde kers.
Het onkruid van de Lage Landen
Met sommige bomen kun je van alles doen. Wilg doet alles wat je wilt (en eventueel ook alles wat je niet wilt), het is het 'onkruid' van de Lage Landen oftewel een pioniersoort, net als populier. Veel soorten loofbomen kun je behalve knotten ook leiden (denk aan leilindes), opsleunen (de zijtakken tot op zekere hoogte verwijderen), of kandelaberen (in een kandelaarvorm). Heggenleggen is een laatste vorm die we hier noemen: hiermee maak je een levende haag.
Knotwilg met holtes in de stam bij Wageningen, foto cc by-sa-nc-3.9 Oefenboerderij
Bij het knotten van een boom laat je korte stobbetjes staan. Vooral bomen van de zachtere houtsoorten zoals wilg gaan inrotten omdat er water tussen de stobbetjes in de pruik blijft staan. Van een boom is het cambium, net onder de schors, het levende materiaal waardoor de sappen stromen. Het kernhout kan inrotten zonder dat de boom sterft. Het vermolmde hout boven in de pruik geeft samen met aanwaaiend zand en mulch een voedingsbodem voor andere planten, zoals varens en zelfs een lijsterbes, sleedoorn of berk. Ook kunnen eenden broeden op de knoot. Later ontstaat een holte waarin steenuilen broeden of hermelijnen overnachten. Op den duur kan de hele boom hol zijn. Het dode kernhout is intussen voor allerlei insekten een aantrekkelijke plaats.
Opbrengst van biomassa
Wat betreft brandhout, bouw- en timmerhout en andere biomassa zijn er tamelijk duidelijke cijfers beschikbaar over de opbrengst. De opbrengst wordt weergegeven in kubieke meters (m3) per hectare (ha) per jaar (jr). (Als het om houtsnippers gaat, meet men overigens veelal in tonnen droge stof oftewel ds/ha/jr.)
Gevelde eiken en beuken
te Hulshorst,
foto cc by-sa-nc-3.0 Oefenboerderij
De cijfers in diverse bronnen kunnen iets uiteenlopen omdat de ene stakeholder meer belang heeft bij zo veel mogelijk hout op de korte termijn, en de andere bij zo veel mogelijk hout op de lange termijn uit een evenwichtig ecosysteem. Het Nederlandse Staatsbosbeheer slaat de eerste en de tweede dunning van een bos vaak over, deels omdat de houtprijs niet hoog genoeg is om de arbeids- en machinekrachten te bekostigen en deels omdat bosbeheerders tegenwoordig meer dood hout in het bos laten liggen/staan. Dit dode hout is in principe nodig in alle etages van een bos, van de humuslaag tot en met de kruinlaag.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het opruimen of verbranden van dood hout zou de rijkdom aan soorten met de helft doen dalen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het opruimen of verbranden van dood hout zou de rijkdom aan soorten met de helft doen dalen. Er zijn bij het opruimen van dood hout zo'n 600 soorten paddenstoelen en 1350 soorten kevers betrokken, om maar een schakel te noemen in het levensweb (zo je wilt voedselketen) dat daaromheen bestaat. Bovendien komen met de omzetting van dood hout minerale voedingsstoffen vrij die nodig zijn voor de nieuwe aanwas van levende planten. Dit is een onmisbare schakel in de kringloop van een bos.
Jaarlijkse aanwas
Onderstaande cijfers geven de aanwas per hectare per jaar weer, en geven geen informatie over de voorraad dood hout die nodig is om een ecosysteem op peil te houden. Het zijn gemiddelden die in een concrete situatie heel anders kunnen uitpakken, met meer of minder opbrengst, afhankelijk van hoeveel dood materiaal er moet zijn en van vele andere factoren.
Met een pistoolzaag kun
je gemakkelijk tussen andere takken door werken, foto
cc by-sa-nc-3.0 Maranke Spoor
Tot slot voor alle duidelijkheid: het gaat hier om een levencyclusanalyse, dus de gemiddelde aanwas in m3/ha/jr terwijl het bos (of de haag) bestaat uit jonge en oude bomen, waarbij oude bomen op een bepaald moment worden gerooid (of worden gepromoveerd tot veteraan dan wel tot dood hout). Een volwassen beukenbos bevat 400 m3 stamhout/ha. Dit is juist een boomsoort die alle andere planten overschaduwt, en met zo'n vol bos van volwassen beuken is er voor struiken, jonge bomen en open plekken geen ruimte.
Als je deze 400 m3 rooit en kleinzaagt als brandhout en timmerhout, kun je die hoeveelheid dus niet delen door de leeftijd van het bos en tellen als oogst per ha/jr. Het bos moet immers opnieuw groeien. De 400 m3 moet uitgespreid over de ontwikkelingsfasen van het ecosysteem. Het is daarom de aanwas in m3/ha/jr waar je van uitgaat, met een slag om de arm voor dood materiaal en lokale factoren.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Wilgen groeien met 8 m3/ha/jr of onder zeer gunstige omstandigheden tot 15 m3/ha/jr
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
In een gemiddeld bos is de aanwas 5 m3/ha/jr. Hiervan wordt meestal 3,5 tot 4 m3/ha/jr gedund of gerooid. Voor een opgaand broekbos wordt 7 m3/ha/jr geteld. Broekbossen (moerasbossen) in hakhoutcultuur kunnen tot 10 m3/ha/jr bijgroeien.
Wilgen groeien met 8 m3/ha/jr of onder zeer gunstige omstandigheden tot 15 m3/ha/jr. (Bronnen die voor plantages van wilg of conifeer 20 m3 noemen, gaan over het algemeen uit van nieuwe aanplant na een aantal jaar van het hele perceel tegelijk, en het is niet waarschijnlijk dat ze bodemerosie en de kwetsbaarheid van zo'n monocultuur meewegen.) Knotwilgen en heggen worden over het algemeen gewogen op 8 m3/ha/jr.
Het dunnere materiaal
van 7 knotwilgen van uiteenlopende leeftijd (15+); hiernaast kwam er
1,5 kuub brandhout vanaf, foto
cc by-sa-nc-3.0 Oefenboerderij
Essen zijn langzamer groeiende bomen (met dichter hout) en daar geldt 8 m3/ha/jr echt als een maximum en kun je dus beter rekening houden met minder volume. Nog langzamer groeien eiken. Eiken-hakhout kan nog wel 7 m3/ha/jr halen. Een eiken-haagbeukenbos op natte, lemige grond zou dan wel weer met 12 m3/ha/jr kunnen aangroeien, om maar aan te geven dat de planten en de lokale omstandigheden niet los van elkaar kunnen worden gezien.
Een beukenbos van 140 jaar oud groeit weliswaar met 9 m3/ha/jr maar zoals gezegd vind je daar weinig jonge ondergroei, waarmee je dus rekening moet houden op de lange termijn; beuk is een beetje een geval apart door de overschaduwingstactiek met een dicht bladerdek. Door beuken als knotboom te beheren kun je dit voorkomen.
Knotbeuk die waarschijnlijk
sinds 300 jaar niet meer teruggezet is, in Ashurst Wood, New Forest,
UK, foto cc by-sa-2.0 Jim
Champion>
Concluderend is het verstandig in hakhout- en knotvormen uit te gaan van 5 à 8 m3/ha/jr, met dien verstande dat de omgevingssituatie of het ecologisch ontwerp kan zorgen voor minder of juist meer aanwas. Als er minder biomassa bovengronds te oogsten valt dan gehoopt, kan het bijvoorbeeld best zijn dat het bodemleven zich nog aan het ontwikkelen is. Zulke ontwikkelingen zijn gecompliceerd en duren soms lang. Als er meer biomassa valt te oogsten dan kan er ook best een externe factor in het spel zijn die voedingsstoffen aandraagt. Knotwilgen in Nederland en Vlaanderen staan bijvoorbeeld vaak langs sloten waarin de meststoffen zitten uit de veehouderij.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
De omgevingssituatie of het ecologisch ontwerp kan zorgen voor minder of juist meer aanwas
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Er zijn ook hakhoutvormen in relatief korte rotaties in beheer met wilg waarbij de hele voorraad om de zoveel jaar herplant wordt. Zowel aanplant als oogst kan men doen met grote landbouwmachines en de oogst is 4 à 5 ton droge stof per hectare per jaar. Evenzo zien we monoculturen van opgaande populieren die met kunstmest tijdelijk veel kunnen opleveren maar die de bodemvruchtbaarheid en andere functies van de bodem kapotmaken. Deze cultuurvormen blijven hier buiten beschouwing.
Relatief jonge knotbeuk te
Hierden, foto cc
by-sa-nc-3.0 Oefenboerderij
Hout stoken
Sommige lezers zullen met bovenstaande cijfers willen uitrekenen in hoeverre ze 'zelfvoorzienend' kunnen worden in hun energiebehoefte. Bij het beheren van houtwallen en bos met als doel een veerkrachtig, productief systeem ben je als mens echter maar één van de actoren in dat systeem. Ook zal het hier en daar nodig zijn goed samen te werken met andere mensen. Er zijn situaties waarin het geschikter kan zijn om (een) aandeel te nemen in een gemeenschappelijke griend of rij knotbomen dan om alles zelf te willen doen. Het woord 'zelfvoorzienend' past daarom eigenlijk niet zo goed bij de visie van de mens als deel van het ecosysteem.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Langzaam groeiend hout heeft een hogere verbrandingswaarde, maar is ook beter timmerhout.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het verbranden van hout is vaak een relatief laagwaardige toepassing. Tamme kastanje en hazelaar met stammetjes van 10-15 jaar oud kun je goed als brandhout gebruiken, maar je kan de palen ook als bouwhout gebruiken. Langzaam groeiend hout heeft een hogere verbrandingswaarde, maar is ook beter timmerhout. De bovengenoemde cijfers van de aanwas van verschillende hakhoutculturen lieten al zien dat er best veel ruimte en tijd nodig zijn om houtige biomassa te verbouwen.
Omdat huishoudens en bouwtypen van huizen erg verschillen, net als de stookmethode, is het lastig te zeggen in welke mate hout een rol kan spelen in de energiebehoefte. Het wordt uit onderstaande korte casussen wel duidelijk dat de 'energiebehoefte' veeleer moet worden aangepast aan de beschikbare bronnen dan andersom, met andere woorden: besparing is de crux tenzij je hectares aan land tot je beschikking hebt. We spraken enkele mensen met diverse typen kachels.
Hoeveel hout verbruikt een verwarmingsinstallatie?
Eerst was daar een straatgenoot die in een niet al te groot rijtjeshuis 20 m3 per jaar verstookt in een allesbrander ('houtkachel'). Op de eerste verdieping hebben ze ook nog convectoren (cv). Deze buurman stelde dat wilg 'na twee jaar drogen helemaal verpulvert, het is net stof, en het is zo weg als je het verbrandt'. Daarom verbrandt hij wilgenhout al na één jaar. Dan lijkt het nog alsof je een lekker vuurtje hebt, maar in feite pomp je PAKS de lucht in. Dit is dus vooral stoken voor het plezier.
Tekening van een tegelkachel. De Twaalf Ambachten.
Een ander huishouden werkt met een tegelkachel, waarin tweemaal per etmaal wordt gestookt. Er zit een waterslangensysteem op aangesloten dat een aantal muren verwarmt. Op één kuub hout is dat huis bijna zestig dagen verwarmd (12 à 14 kg eik en beuk per etmaal, hard hout dus met een hoge volumieke massa van ca. 900 kg/m3). In dit huis van gemiddelde grootte heb je dus (zegge) 4 m3 per jaar nodig, liefst van harde houtsoorten omdat die de hoge temperatuur kunnen halen van 1200 graden C die een tegelkachel aankan. Een rocket mass heater zou in bepaalde gevallen met 8 kg per etmaal toekunnen, maar we hebben niet kunnen nagaan in welk formaat huis en hoe dat huis is gebouwd.
Vervolgens spraken we een bewoner van een boerderij waar een houtvergasser dient als aanvulling op een zonnecollector. Als de collector te weinig energie levert, wordt het watersysteem met de houtvergasser op temperatuur gehouden. Verder is er op deze boerderij een speksteenkachel. In een jaar verbruiken ze 20 m3 hout. Tot slot was er nog een boerderij die momenteel alleen met allesbranders ('houtkachels') werkte en die ook 20 m3 per jaar gebruikte.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Zelfs een tegelkachel heeft al gauw 1 hectare bos nodig voor brandhout, en dan komt er uit dat bos verder weinig bouwhout, nectar en voedsel
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Veel factoren zijn het dus, die bepalen hoeveel hout iemand zou willen gebruiken. Vaak ben je afhankelijk van de staat van je huis. Bij het berekenen van het aantal hectares en de tijd die je voor die volumes hout nodig hebt, telt ook mee of het snel of langzaam groeiend hout is. Je moet eigenlijk met de verbrandingswaarde in kWh rekenen en daarvan zijn cijfers beschikbaar per houtsoort.
Takkenscharen met een versnelling vergroten de kracht. foto cc by-sa-nc-3.0 Maranke Spoor
Functies van een bos combineren
Volgens Ben Law (The woodland way, p.166 4e druk) ga je bij duurzaam bosbeheer niet uit van één enkel product dat je als kortetermijnopbrengst uit het bos oogst maar van een reeks inkomstenbronnen die op de langere termijn blijven bestaan. Hieronder zullen we voorbeelden beschrijven van hoe je functies kunt combineren op een ecologische, rendabele manier. In hoeverre functies te combineren zijn, kun je achterhalen door te observeren, rondvraag te doen, kennis te vergaren, bereid zijn je plannen bij te stellen, en te blijven observeren.
Hakhout en voedsel
De voedselvoorziening is tegenwoordig grotendeels gebaseerd op een reeks eenjarige gewassen. Er zijn veel pioniersoorten bij die zijn veredeld tot mooie groentes. In grote delen van de wereld is het gebruikelijk om voor (een deel van) de voedselvoorziening vaste planten (meerjarigen) te gebruiken. Deze kunnen samen een klein of groot ecosysteem vormen waar veerkracht in zit. Met andere woorden een systeem dat niet kan omvallen doordat er één enkele factor verandert. De voordelen zijn onder andere meer biodiversiteit, minder grondbewerking (ploegen), een completer bodemleven en minder energie-input. Zulke tuinen en landbouwsystemen worden beheerd opdat de lichtinval optimaal blijft, zoals in een jong bos.
In zo'n voedselbos kunnen knotbomen daarom ook handig zijn. Hun takkenkroon wordt minder hoog, waardoor er meer licht bij lagergelegen 'etages' kan komen. De takken en bladeren blijven bereikbaar om te oogsten. Van bladeren van linde kun je goed salades maken (met name van de kleinbladige linde). Maar dan moeten je de bladeren wel kunnen plukken wanneer je ze nodig hebt. Ook voor medicinale doeleinden is het handig als je gemakkelijk kunt oogsten, bijvoorbeeld bladeren van een geknotte eucalyptus voor een stoombad.
robinia pseudoacacia (valse acacia). Bron.
Ook zijn er stikstofbindende planten die je als hakhout of knotboom kunt beheren. De bladeren van elzen en van robinia pseudoacacia (valse acacia) bevatten relatief veel stikstof, en kunnen dus goed dienen als mulch voor voedselgewassen. Tot slot kunnen houtwallen tegelijk dienst doen als windbreker. Bijen kunnen beter hun werk doen als het niet hard waait. De bestuiving van planten is dus gebaat bij windluwte. Daarom ook staan langs fruitboomgaarden vaak geknotte elzenhagen. Bovendien zijn bepaalde bomen in het vroege voorjaar een bron van nectar voor bijen, zoals wilgen. Hierbij is het wel goed te weten dat de ene boom sneller bijkomt van een snoeibeurt dan de andere. Veel soorten zullen het jaar of de jaren na het terugzetten niet bloeien (en geen vrucht zetten).
Hakhout en infrastructuur
Hakhout kan worden gebruikt in de vorm van takkenbossen (zinkstukken, versteviging van dijken en onder wegen) en als bouwmateriaal (elzenpalen als fundering, bouwhout van tamme kastanje of eik). Maar ook de houtwallen en knotbomen zelf kunnen een rol spelen in de infrastructuur en logistiek. Een haag of knotboom is een oriëntatiepunt voor in het wild levende dieren (waaronder ook de mens als die zich in de buitenlucht bevindt). In de tijd van voor de lantaarnpalen dienden knotbomen ook als markering van zijwegen, perceelgrenzen, kleiputten enzovoorts.
Oeverbeschoeiing van de Aa, gefotografeerd vanaf het ijs op dat riviertje, te Breukelen, foto cc by-sa-nc-3.0 Oefenboerderij
Het meeste verkeer van soorten in de natuur (of cultuur) zie je aan de rand van water (oevers) en aan de rand tussen bos en open veld. Een houtwal is eigenlijk twee bosranden zonder bos ertussenin. Deze rand is een uitvalsbasis naar het open veld, en een veilige doorgangsroute lángs het veld. Er zijn ook dieren die nestelen in de holle ruimtes in bomen, zoals hermelijnen en steenuilen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bij duurzaam bosbeheer ga je niet uit van één enkel product dat je als kortetermijnopbrengst uit het bos oogst maar van een reeks inkomstenbronnen die op de langere termijn blijven bestaan
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Aan oevers zorgen de wortels van bomen dat de grond niet wegspoelt. Fijgeknipte takken kunnen dienen als oeverbeschoeiing met biodiversiteitswaarde. Een knotboom kan zorgen voor schaduw op bijvoorbeeld een sluis in de polder. Het hout van de sluis gaat dan minder 'werken' en kan langer meegaan.
Knotwilg in weiland bij Oud-Zuylen, foto
cc by-sa-nc-3.0 Oefenboerderij
Verder kunnen wilgen een rol spelen in waterzuivering, bijvoorbeeld samen met rietsoorten. Een voordeel kan zijn dat de wilgen harder groeien door de meststoffen uit het water. Een wilg kan aardig wat mest aan. Daarom worden wilgensoorten samen met andere planten ook wel gebruikt in (waterloze) boomtoiletten.
Hakhout en veehouderij
De hunebedbouwers haalden al diervoeder van bomen in de vorm van (gedroogde) bladeren en takkenbossen van wilg, populier, linde en vele andere soorten. Met hun stenen werktuigen konden ze de bomen niet goed behandelen en ze trokken na een paar jaar weer een stuk verder. Dat het tegenwoordig wel efficiënter kan bewijzen verschillende projecten. Zo is er deze case study uit Italië die dankzij het geoogste loof van knotbomen één koe per hectare meer kan houden. Het bewaren van loof van bijvoorbeeld haagbeuk en veldesdoorn voor de winter is tegenwoordig typisch iets wat men in bergachtige streken doet. Wat houtwallen verder voor runderen betekenen zijn luwtes uit de wind en schaduw.
Ooien krijgen hulst gevoerd in de winter op Wolf Tree Farm in Devon, tussen 1940-1950 (foto Rebecca Hosking http://www.permaculture.co.uk/search/node/rebecca%20Hosking, used with permission)
Bomen zijn ook zonder loof van belang voor runderen en andere dieren. Joel Salatin heeft op de Polyface Farm in Virginia veel bos en houtwallen. Agrarisch adviseurs zeiden steeds dat het bos maar beter weg kon maar Salatins vader heeft dat destijds niet gedaan. De vleesrunderen grazen op bosweides (silvopastures) en op open stukken land. Ze worden vrijwel dagelijks naar een ander stuk land gedreven, en een grote horde kippen volgt steeds waar de runderen net zijn geweest. Van open stukken land wordt ook enkele malen per jaar hooi geoogst.
Het inkomen op de Polyface Farm is hoger dan op gemiddelde veehouderijen. Er is geen afhankelijkheid van één inkomensbron en de verschillende elementen versterken elkaar door de functies die ze vervullen. Er wordt timmerhout verkocht maar de bossages hebben allerlei functies tegelijk.
En nu planten
Kan het verbouwen van hout om het te verbranden duurzaam zijn? Allereerst maakt het weghalen van hout de kringloop in een ecosysteem incompleet. Daarnaast vraagt het veel landoppervlak. Maar als er veel nieuwe bossen en houtwallen worden aangeplant kan de duurzaamheid juist groeien. Bossen, voedselbossen, bosrandtuinen en houtwallen dragen allerlei functies tegelijk. Voedselvoorziening en biodiversiteit kunnen dan als nevenproduct een bescheiden hoeveelheid hout opleveren.
Lucas Brouns (Oefenboerderij)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Lucas Brouns geeft o.a. workshops over knotbomen. Meer informatie vind je op de website van de Oefenboerderij: "teksten en workshops over landbouw en tuinieren waarbij de natuur, inclusief de mens, gebaat is en waarbij hard werken leuk blijft".
Lucas schreef eerder al een gastbijdrage voor Lowtech Magazine: Maak een zonnedroger voor de tuin of het balkon.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Aanbevolen websites
- www.nieuwe-wildernis.nl (Stichting Kritisch bosbeheer, SKB)
- www.coppiceagroforestry.com (Mark Krawczyk & Dave Jacke)
Aanbevolen literatuur
- Het bossenboek. Bossen en ruigten, vroeger en nu, Ton van Wijlen. Zomer & Keuning, 1987.
- The Woodland Way, Ben Law. Permanent Publications, 2001.
Handige websites
Overige bronnen
-
Edible forest gardens, Dave Jacke & Eric Toensmeier. Chelsea Green, 2005
-
Creating a forest garden. Working with nature to grow edible crops, Martin Crawford. Green Books, 2010.
-
Het knotbomenboek voor Nederland en Vlaanderen, Paul Minkjan & Maurice Kruk. KNNV Uitgeverij, 2010.
-
http://autonopedia.org/garden_and_farm/Trees_And_Woodland/Veteran_Trees.html
-
http://library.wur.nl/ (bijvoorbeeld 'Kwantificering van beschikbare biomassa voor bio-energie uit Staatsbosbeheerterreinen', AlterraRapport1380; en 'Biomassa voor energie uit de Nederlandse natuur. Een inventarisatie van hoeveelheden, potenties en knelpunten', wurpublikatie_i00359716_001)
-
De verkoop van hout: inzicht in prijsvorming - calculatiemodel, geraadpleegd januari 2013 op http://www.avih.nl/output/output_116.html
-
'Seeing the Wood for the Trees. Community Biomass Assessment for Low Carbon Gordano', p.3. http://www.lowcarbongordano.co.uk/biomass_report_for_low_carbon_gordano.pdf
-
'Nieuwe perspectieven voor beheerresten.' Natuurpunt 2008 www.natuurpunt.be/uploads/natuurbehoud/natuurbeheer/pag_107_eindrapport_beheerresten.pdf
-
'Aanwas en oogst in het Nederlandse bos ' Probos 1991 http://www.probos.nl/home/bosbericht_bestanden/bosenhoutberichten1991-10.pdf
- Jaap Dirkmaat (Das&Boom) http://www.youtube.com/watch?v=yTSjIG9XI5o over landbouw en diversiteit, interview (10 minuten) door Lieselot Leeflang (De12Ambachten)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
(1)
Mooi stuk! Onze ezels 'grazen' al in ons gemengd bos en zijn gek op de hulst maar helaas is de hulst hier in Asturias een beschermde plant...
Geplaatst door: Thomas van Putten | 11 februari 2013 om 08:51
(2)
Dank je wel voor deze samenvatting, zeer leerzaam en nuttig.
Hoewel ik al wat wist over dit thema heb ik toch ook nog heel wat bijgeleerd!
Geplaatst door: Guido Franssens | 11 februari 2013 om 09:03
(3)
Heel mooie bijdrage hoor!
Een ander facet van knotwilgen die me uitermate weet te boeien is 'The art of living willow' zoals in Natural Architecture van Alessandro Rocca. Ook in het centrum 'Verbeke Foundation' hebben ze er prachtige dingen mee gedaan.
Houtverbranding als woningverwarming is naar mijn bescheiden mening alleen te verrechtvaardigen bij laagenergie woningen. Dit zijn woningen waarvan de energiebehoefte kleiner is dan 35kWh/m². Zo bekomen we bij een gemiddelde te verwarmen vloeroppervlakte van 140m² een netto energiebehoefte van: 35 x 140 = 4900 kWh. Delen we deze energiehoeveelheid door de netto energie-inhoud van brandhout (3,5 kWh/m²) dan bekomen we: 4900 : 3,5 = 1400 kg brandhout/jaar. Dit is ongeveer 2 à 3 m³ brandhout/jaar. Bij een passiefhuis (max. 15 kWh/m²) zou dit betekenen: 600 kg brandhout/jaar of ongeveer 1 m³. In dit geval wordt er maar om de 72 uren even een uurtje gestookt in een massieve tegelkachel. Van comfort gesproken!
Geplaatst door: Lievens Willy | 11 februari 2013 om 12:09
(4)
Houtverbranding is naar mijn mening de properste verbranding. Uiteraard vooropgesteld dat er op een duurzame manier hout gewonnen werd. Het maakt dus niet uit in welke woning je het gaat verbranden.
Geplaatst door: Guido Franssens | 11 februari 2013 om 14:37
(5)
@ Guido: op het vlak van luchtvervuiling is hout niet bepaald de properste verbranding. Gas scoort een stuk beter. En in het artikel hierboven zien we dat er behoorlijk wat duurzaam beheerd bos nodig is om een huis met hout te verwarmen. Als iedereen in een passiefhuis zou wonen, kunnen we ons misschien allemaal verwarmen met hout. Gaan we dat doen in gewone huizen, dan komen we zeker grond te kort.
Geplaatst door: Kris De Decker | 11 februari 2013 om 16:32
(6)
@Thomas @Guido @Lievens Dank jullie zeer.
@Lievens Mooie cijfers over de laagenergie-woningen en passiefhuizen. (NB: 3,5 kWh/kg) Laten we dat maar doen dan. Met dien verstande dat het per situatie kan verschillen wat er te 'verrechtvaardigen' valt; het afbreken van een huis om een nieuw te bouwen kan heel goed netto een onduurzaam resultaat opleveren (zie http://www.lowtechmagazine.be/2008/04/afbreken-huis.html
@Thomas Lucky ezels daar. Misschien vind je op bijv. coppiceagroforestry.com meer leuke blaadjes voor ze.
Geplaatst door: Lucas Brouns | 11 februari 2013 om 16:57
(7)
@Lucas gelukkig houden onze ezels ook van gaspeldoorn (hier zeker niet op de rode lijst) en braam en eigenlijk van alles wat maar groen is en het liefst met prikkels. Ze eten alles aan waar ze bijkunnen.
Je artikel heeft ons aan het denken gezet om de bladeren die we 's zomers bij incidentele extra snoei verzamelen 's winters te gebruiken om de ezels bij te voeren. Nu nog krijgen ze die takken direct, maar juist in de winter zijn gras en groene bladeren schaars. Behalve de hulst dus :) We hebben veel tamme kastanje en zomereik.
Hier wordt ook veel geknot en gepollard en gecoppiced. Een hakbos met knoteiken heet in Asturias, NW-Spanje een 'carbayeru' Een prachtig voorbeeld vind je in de Botanische tuin/ Jardín Botánico in Gijón.
Geplaatst door: Thomas van Putten | 12 februari 2013 om 11:52
(8)
Hout is inderdaad ongeschikt om op grote schaal energie te leveren. Je hebt in een artikel over biobrandstof al opgemerkt dat het energetisch rendement van planten met gemiddeld 0,1 procent uiterst laag is. Als de hele wereld hout zou verstoken op dezelfde schaal als we nu fossiele brandstoffen erdoor jagen, zouden er maar weinig bomen meer overeind staan. We zouden bovendien geen eten meer hebben, aangezien alle grond ingenomen zou worden door houtplantages. Alleen in Scandinavië lijkt hout me bruikbaar als energiebron. De bevolkingsdichtheid is daar erg laag, er zijn heel veel bossen en de meeste grond wordt niet gebruikt voor landbouw, dus hoeft hout daar niet te concurreren met voedsel.
Geplaatst door: Stormbeest | 13 februari 2013 om 08:28
(9)
@Stormbeest. Mee eens, maar met wat kanttekeningen.
In Nederland is 4 hectare bos per huishouden voldoende (zie artikel en andere bronnnen). In Scandinavië misschien wel 8? Lange koude winters en korte groeizomers. Hier, in Asturias (Noordwestspanje) is 2 hectare ruim voldoende. De winter is veel korter en het hout groeit veel sneller. In de tropen gaat het nog sneller.
Het voordeel van hout als brandstof is dat het een korte keten is en dat je dus niet afhankelijk bent van grote bedrijven en monopolies. Je hebt het zelf in de hand.
En als we minder energie gebruiken? Een tropisch huishouden gebruikt veel minder energie.
Geplaatst door: Thomas van Putten | 13 februari 2013 om 13:21
(10)
Hoi Lucas. Wat een mooi en uitgebreid stuk! groetjes Marieke
Geplaatst door: Marieke Dekker | 14 februari 2013 om 09:04
(11)
Dit artikel, samen met het voorgaande blijven door het hoofd spoken.
Het is interessant om daarbij even het concept "fotosynthese" te bestuderen. Als je ziet welk vernuftig systeem dat is, dan lijkt het stoken met bomen erg goed op het verlichten van je woonkamer met de recentste smartphone's en het verwarmen van je huis door middel van een batterij microprocessoren.
Dat moet echt wel beter kunnen.
Geplaatst door: Koen Vandewalle | 19 februari 2013 om 21:07
(12)
Van Ruud Lardinois, Stichting Kritisch Bosbeheer (zie de 'Aanbevolen links' meteen onder het artikel) kreeg ik twee aardige reacties waar ik zeker mee verder ga.
Voor nu licht ik er twee zaken uit:
1 Dat knotbomen ouder worden klopt niet per se, zegt Lardinois: de laatste onderzoeksbevindingen "laten zien dat dat tegenvalt voor hakhout". Een eik haalt geknot maar 10% van de leeftijd van een boom die je tot volle wasdom laat komen. En deze voldragende vormen zijn heel belangrijk om allerlei redenen. (Zie ook de bronnenlijst voor link naar 'Veteran trees'.) Knotwilgen bijvoorbeeld hebben wél veel regeneratief vermogen.
2 Het artikel klinkt wat positief over gebruik van hout uit het bos. Er had meer kunnen worden aangestuurd op de ecologische context, waarbij de mens medegebruiker is van het bos. Lardinois heeft bij zijn grootouders nog gezien hoe die leefden met middenbos en bosweides.
Dat laatste heeft mij dan weer geïnspireerd om vormen van dat middenbos en ook andere technieken / ecologische principes van silvocultuur nog verder te verkennen. Dus ergens op internet of in het echt mag je meer voorbeelden van me verwachten over de schapen, de koeien, de hermelijnen, de steenuil en de mensen uit het artikel hierboven.
Intussen: áls je hout verbrandt, gooi dan de houtas terug in het bos. Hier zitten mineralen in die in de kringloop moeten blijven. En, nooit (de as van) vervuild hout terugbrengen.
Geplaatst door: Lucas Brouns | 24 februari 2013 om 20:13
(13)
Interessant, observatief artikeltje over bladeren als veevoeder, in dit geval hulst, van de boerin van wie ik de foto van het schaap hierboven kreeg.
Holly – Returning To An Ancient Tradition On The Farm
Rebecca Hosking | Sunday, 3rd April 2011
http://wolftreefarm.blogspot.co.uk/
Geplaatst door: Lucas Brouns | 06 maart 2013 om 12:49
(14)
"Leuk om lezen. Maar spijtig dat dit nog steeds teveel getuigd van een 'landbouwersmentaliteit', zoals ook zoveel bij groendiensten wordt aangetroffen. Het woord natuur komt er amper in voor, en natuurbehoud/bescherming wordt slechts terloops aangeraakt. Gelukkig toch een woordje over de houtwallen en biodiversiteit. Onlangs zag ik weer een groendienst alle twijgen van knotwilgen versnipperen terwijl daarvan nu perfect wat houtstapels en houtwallen kunnen gemaakt worden als schutting/onderkomen voor onze inheemse mini-fauna,die het al zo moeilijk heeft. Zonde eigenlijk.
De bruine beren, wolven, dassen moesten er aan geloven in dit industrieel-agrarisch en overbevolkt land; voor de mini-fauna als steenuilke, egels, wezels, hermelijnen, muizen, hazelwormen,... is het al zo moeilijk zeker in propere parken en met de "park-mentaliteit" van tegenwoordig. Deze lowtech gaat eerder over techniek dat besef ik wel, maar bij zo'n lang artikel over hakhout en knotbomen had er best wat meer afgekunnen voor 't natuurbehoud."
Geplaatst door: Yves Joris | 16 maart 2013 om 21:48
(15)
@Yves : Dank voor uw reactie. We zijn het helemaal eens over de fauna. Versnipperen van wilgentwijgen is inderdaad niet slim als er ook beschutting voor kleine dieren van had kunnen worden gemaakt. Het landschap moet veel, veel, veel, veel meer ruimte bieden voor wat u 'natuur' noemt.
In onze contreien bestaat 'natuur' niet meer.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje Bosch ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villatjes ertegen.
(J.C. Bloem, 'De Dapperstraat, 1945)
De meeste bossen zijn aangelegd. Oerbossen zijn er sowieso niet meer. Bovendien, veel huidige bossen zijn monoculturen voor houtproductie en veel (veel, veel, enz.) minder interessant dan bepaalde andere ontwerpmogelijkheden waarvoor ik hierboven een voorzet heb gedaan (en die ik later hier of elders zal uitdiepen).
Er zijn wel enkele nieuwe natuurbossen die misschien een stukje in de buurt komen van wat u voor ogen hebt, maar het stelt allemaal niet zo veel voor qua biodiversiteit. Cultuurlandschap is dus al wat we om ons heen zien. Alles is ontworpen. Bepaalde ontwerpmethoden bieden ruimte voor chaos omdat men er daarbij van uitgaat dat de natuur geordende chaos is. Landschapsbeheer zoals ik hierboven heb beschreven kan juist heel goed zijn voor wat u 'natuur' noemt (ik neem aan dat u bedoelt: wilde flora en fauna die meer dan genoeg ruimte krijgen).
Dit artikel is niet geschreven vanuit een landbouwersmentaliteit, maar vanuit de wens verschillende functies van het landschap te integreren waar dat kan. Met meer ruimte voor wilde flora en fauna dan zowel boeren als landschapsbeheerders momenteel kunnen bieden binnen de huidige beleidskaders. Wat ik niet heb willen zeggen, is dat alle mensen altijd tot alle gebieden toegang moeten hebben. Ook de rekenmethode van het WWF (WNF) die uitgaat van zoveel hectare beschikbaar aardoppervlak per aardbewoner vind ik asociaal, omdat daarin geen rekening wordt gehouden met aardbewoners die tot andere diersoorten behoren.
Geplaatst door: Lucas Brouns | 02 april 2013 om 21:45
(16)
PS: Over ecologisch herstel kunt u lezen op
http://oefenboerderij.nl/ecologisch-herstel-brengt-werkelijke-welvaart/
en (dit is werkelijk uitmuntend):
http://www.stakeholderforum.org/sf/outreach/index.php/inf2day1home/90-day-2/738-inf2day2item4
Als we de economie niet hervormen, wordt het met de 'natuur' ook nooit wat.
Vriendelijke groene groeten, Lucas
Geplaatst door: Lucas Brouns | 02 april 2013 om 22:03
(17)
Interessant artikel, ook de vele reacties trouwens. Maar het is inderdaad jammer dat de klemtoon in de eerste plaats op de productie van energiehout ligt. Zoals in de tekst trouwens aangehaald wordt is het verbranden van hout is een laagwaardige toepassing. Men mag gerust stellen dat verbranding op de allerlaatste plaats van de houtketen zou moeten komen, m.a.w enkel met hout dat al in een andere toepassing gebruikt werd. (Verpakkings- en sloophoutafval).
Hout is inderdaad ongeschikt om op grote schaal energie te leveren, maar wel op kleine (huishoudelijke) schaal. Mits een adequate stookinstallatie gebruikt wordt natuurlijk, en zuiver en droog hout. Het maakt niet uit hoe lang het hout gedroogd heeft, het enige dat telt is de vochtigheidsgraad. Rond hout droogt zeer
moeilijk, gekloven blokken van groot formaat zullen trager drogen dan kleine, dat is allemaal geen rocket-science. Qua warmte opbrengt telt in de eerste plaats het gewicht. Droge eik met een volumieke massa van 800kg geeft even veel caloriën als droge populier van 400 kg/m3, het enige verschil is dat je qua volume 2 keer meer populier zal nodig hebben.
Een andere hardnekkige myte is dat naaldhout ongeschikt zou zijn voor verbranding. Het tegendeel is echter waar, loofhout geeft gemiddeld 4300 Kcal/kg, maar voor naaldhout is dat 4700 Kcal/Kg, met uitschiers tot 5000 voor Douglas. Dit maakt naaldhout dus uiterst geschikt voor tegelkachels. Het belangrijkste is dat het hout een vochtigheidsgraad heeft die rond de 15% ligt, of lager.
Maar mijn grootste bezwaar tegenover hakhoutbosbeheer is dit: Hakhoutbeheer levert enkel energiehout. Het hout is immers waardeloos voor de zagerij. De meeste boomsoorten verkernen pas na 20 jaar, waardoor houtoogst uit hakhoutbossen enkel stammetjes opleveren met proportioneel zeer veel spinthout en zeer weinig
kernhout, of zgn. juveniel hout dus. Let wel: ik heb het hier enkel over hakhoutbossen, niet over knotbomen in rijen, houtwallen e.d.
Ook qua natuurwaarde stelt een hakhoutbos niet veel meer voor dan landbouwgebied, dit door de veelvuldige verstoringen. Hout is echt wel een edele grondstof die veel beter verdient dan de stoof of biomassa. Laat ons daarom eens wat meer nadenken over bosbouwmethodes die houtopbrengst, (kwaliteitshout), natuurwaarde en recreatieve waarden beter verenigt. Natuurlijk vergt dit enige bereidheid tot compromissen. Maar enkel op die manier kunnen dichtbevolkte landen hun
afhankelijkheid van houtimport verminderen, C2C productie stimuleren, en tegelijk de druk op de regenwouwden verlagen. Als we met z'n allen onze "locale" bomen blijven opstoken, en tegelijk nagenoeg al ons hout blijven importeren komt het niet goed. Geïmporteerd "gelabeld" is wellicht beter dan ongelabeld, maar meestal gaat het veeleer om het geweten te sussen. Of ergo, gewoon greenwashing.
Geplaatst door: Raoul Jacobs | 30 december 2013 om 10:59
(18)
@ Lucas, er is inderdaad helemaal geen natuur in België en Nederland, er zijn slechts tuinen en stadsparken. Elke vierkante meter hier is met tuingereedschap gemaakt, heeft een eigenaar en een beheerder. Men is helemaal vergeten wat "natuur" oorspronkelijk betekende: die gebieden die NIET door de mens beheerd worden. Ik erger me er blauw aan dat bijna niemand dat beseft, juist het feit dat men hier van alles natuur noemt dat volledig door mensenhanden gemaakt en bewerkt is, maakt duidelijk hoe erg men vervreemd is van de échte natuur. Belgische en Nederlandse "natuurgebieden" zijn net zo min natuur als een graanakker dat is.
Geplaatst door: Stormbeest | 20 januari 2014 om 13:12
(19)
Ik heb eigenlijk een vraag in verband met dit thema. Dat is namelijk waar u uw info hebt terug gevonden. Ik heb al enkele van die links geopend maar vind niets terug over de info over de jaarlijkse aanwas van de knotbomen/hakhout. Want ik zou graag een afweging maken van welke knotbomen/hakhout ik zou planten in de tuin om zelf te kunnen voorzien in brandhout (of toch voor een deel). Als ik uw cijfers gebruik, moet ik voor eik en es een arbitrair getal gebruiken omdat u zei dat het bij wilg een gemiddelde is, bij es een maximum en bij eikenhakhout een haalbaarheid. Dat maakt de vergelijking moeilijk te maken. En dan is er nog het verschil van plantdichtheid dat een factor is die niet werd gebruikt. Dus hopelijk kan u mij de link geven naar waar u uw informatie vandaan haalde, want ikzelf vindt het niet.
Alvast bedankt!
Geplaatst door: Brecht Schatteman | 04 december 2014 om 23:02
(20)
Hoeveel geld brengt hakhout eigenlijk op tegenwoordig per kg/ton? En wie koopt dat hakhout op?
Geplaatst door: Luc Peeters | 27 maart 2017 om 21:33
(21)
Ik ken het fenomeen ¨houtverkoop bevolking¨.
Op een openbare veiling worden loten hout verkocht.
Dit is hout uit de gemeentelijke bossen die worden uitgedund of bv. langs wandelpaden bomen die al dan niet hinder veroorzaken.
Dit jaar heb ik het overschat met 18 kuub douglasspar en grove den.
Hout is wel mijn enige verwarming in een tegelkachel dus of dit duurzaam is niet ten vragen.
Hakhout is aanmaakhout voor mij, simpel teveel werk om als stookhout te gebruiken.
Dit vertel ik alleen om u bewust te maken dat niet iedereen van ideologie zijn hius kan verwarmen.
Geplaatst door: kees moeskops | 02 april 2017 om 20:19
(22)
Beste Kees,
De hoeveelheid werk zit vast in de systematiek. Uitdunnen omdat er een tak loshangt is anders dan planmatig om-en-om periodiek oogsten van knotbomen.
Sommige kachels waarover het hier gaat lopen op takkenbossen, dus op dunner hout. Bijvoorbeeld een tegelkachel met een gas-herverbrandings-schacht (rocket stove).
Ideologie bestaat per definitie niet;-) Het gaat om het hele plaatje: welke functies vervult zo'n boom? Hoe ziet het bos of de haag er in de loop der tijd uit?
Hebben ceewl culturen niet ook een gedeelde huiskamer waar je vanuit je persoonlijke vertrekken even kan opwarmen? Zo lees ik bijvoorbeeld in werken van Maxim Gorki (een eeuw geleden in Rusland).
Onze uitkomsten zijn misschien wel dezelfde; je moet je niet te rijk rekenen met de opbrengsten uit hout.
Toch kan er nog aardig wat worden aangeplant in prima overeenstemming met veeteelt.
En in overeenstemming met vruchtgewassen en noten. Zie 'Herstellende landbouw' op oefenboerderij.nl/lezen.
Hartelijke groet, Lucas Brouns
Geplaatst door: Lucas Brouns | 08 oktober 2017 om 22:01