Terwijl de eerste generatie biobrandstoffen het milieu vernielt en de voedselprijzen de hoogte injaagt, staat de tweede generatie klaar om het allemaal nog erger te maken.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
|
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Biobrandstoffen: een fiascoEen goed jaar geleden werden biodiesel en ethanol nog door zowat iedereen toegejuicht als een groen alternatief voor olie. Vandaag realiseert bijna iedereen dat het een dwaas idee is. Verschillende studies hebben intussen bevestigd dat het evenveel of meer energie kost om biobrandstoffen te produceren dan dat ze opleveren. Dat komt omdat de gewassen moeten worden geplant, bemest, geoogst, getransporteerd en naar brandstof worden omgezet - allemaal processen die fossiele brandstof vragen.
Als we bovendien ook de ontbossing in rekening brengen die ontstaat door het vrijmaken van land voor het planten van energiegewassen, dan zorgen biobrandstoffen zelfs voor een (aanzienlijke) extra uitstoot van broeikasgassen. Biobrandstoffen doen ook de voedselprijzen stijgen omdat het voor landbouwers financiëel interessanter kan zijn om energiegewassen aan te planten in plaats van voedingsgewassen. Recent kwam ook aan het licht dat de productie van ethanol en biodiesel het water in rivieren en zeeën vergiftigt.
Ondanks deze verschrikkelijke resultaten – meer en meer wetenschappers noemen biobrandstoffen de grootste dwaasheid die de mens recent heeft uitgehaald – blijven zowel de Europese Unie als de Verenigde Staten ethanol en biodiesel aanmoedigen, voornamelijk met het excuus dat er een tweede generatie biobrandstoffen op komst is, die al deze schadelijke effecten niet heeft. Helaas: dat dreigt opnieuw een gevaarlijke illusie te zijn.
Het is te vroeg om te zeggen of cellulose-ethanol ooit kan geproduceerd worden met een netto energieopbrengst. Op dit moment is het onmogelijk. We kunnen alleen maar hopen dat wetenschappers er nooit in zullen slagen, want wat wel vaststaat, is dat cellulose-ethanol een nog grotere bedreiging is voor de voedselvoorziening dan de eerste generatie biobrandstoffen.
Cellulose-ethanol wordt niet gemaakt van de eetbare delen van planten, maar van hun stengels, takken, wortels en bladeren.
Het kan ook uit niet-eetbare planten gemaakt worden, zoals olifantengras, of uit bomen. Daarom lijkt het op het eerste gezicht onwaarschijnlijk dat het naar brandstof omzetten van cellulose een gevaar vormt voor de voedselproductie.
Er is evenwel een – letterlijk onzichtbaar – probleem: de bodem.
Afval bestaat niet
In de natuur bestaat het concept “afval” niet. Het zogezegde afval dat wij in brandstof willen omzetten, is essentieel om de grond productief te houden. Dode bladeren, twijgjes en wortels wordt afgebroken door ondergrondse organismen, die het omzetten in humus die een volgende generatie planten kan voeden. Als je dit materiaal wegneemt, dan wordt de bodem minder en minder vruchtbaar tot er uiteindelijk niets meer dan een woestijn overblijft.
Kunstmest
Dit proces kan worden afgeremd met kunstmest. Maar dat is tegelijk het probleem: kunstmest wordt gemaakt uit fossiele brandstoffen. Bijna dertig procent van het energieverbruik in de landbouw is het gevolg van de productie van kunstmest (zowel het productieproces als de ingrediënten). Dat betekent dat hoe meer energie we produceren uit cellulose, hoe meer energie we nodig zullen hebben om de bodem vruchtbaar te houden. Samengevat: dit houdt geen steek.
De eerste generatie biobrandstoffen mag dan de wereldvoedselproductie bedreigen, dat proces is omkeerbaar. We kunnen elk moment besluiten om opnieuw voedselgewassen te telen in plaats van energiegewassen. Maar een gelijkaardige ontplooing van cellulose-ethanol zou onze landbouwgronden vernietigen zonder enige kans om ze achteraf weer te herstellen. We zullen de bodem hebben “ontmijnd”, en dat proces is onomkeerbaar: als de bodem te zeer is uitgeput, kan ook kunstmest daar niets meer aan veranderen. Niettemin werd afgelopen week aangekondigd dat de eerste cellulose ethanol in 2009 online zal gaan (ondanks het feit dat wetenschappers het er over eens zijn dat het proces meer energie kost dan dat het oplevert)
Brandstof uit algen
Eerder deze week ging ook de eerste producent van
“algenbrandstof” van start, en dat veroorzaakte heel wat opwinding in de internationale media. Als we de
hype mogen geloven, zal het niet lang duren eer we onze auto’s en vliegtuigen
aandrijven met brandstof gemaakt uit eencellige organismen. De cijfers zijn
indrukwekkend. Algen zouden meer dan 100.000 liter brandstof per hectare per
jaar leveren (sommigen zeggen 200.000 liter), tegenover 700 7.000 liter per hectare
per jaar voor palmolie en minder dan 100 1.000 liter per hectare per jaar voor andere
biobrandstoffen. Algen zouden ook als vliegtuigbrandstof en als een bron voor
plastic en detergenten kunnen worden ingezet. Bovendien kan dat allemaal gebeuren
met niets meer dan zonlicht en CO2. Als algenkwekerijen vlak naast
energiecentrales worden geplaatst, zoals sommige bedrijven van plan zijn, kan
de productie van algen zelfs de CO2-uitstoot van de elektriciteitscentrales
benutten.
Eenzijdige informatie
Dit klinkt te mooi om waar te zijn. Als je de claims van deze bedrijven iets nader onder de loep neemt, blijkt er essentiële informatie te ontbreken. Ze presenteren zeer gedetailleerde cijfers over de hoeveelheid energie die het proces zal opleveren, maar het is zo goed als onmogelijk om informatie te vinden over de energie die nodig is om dit waar te maken. Maar als algen niet meer energie produceren dan het kost om ze te kweken, dan heeft het weinig zin om auto’s met algenbrandstof aan te drijven. En als ze ook grondstoffen gebruiken die nodig zijn voor de voedselproductie, dan is het sop de kool niet waard. Dit zijn belangrijke vragen, zoals de eerste generatie biobrandstoffen aantoont, maar niemand schijnt de antwoorden af te wachten. Een twintigtal bedrijven plant fabrieken om brandstof uit algen te maken, daarbij vaak gesteund door petroleumbedrijven en overheidssubsidies (zie hier en hier voor een overzicht).
Zeewater in de woestijn
Algen hebben een hoger fotosynthetisch rendement dan de meeste planten, en ze groeien veel sneller. Tot 50 procent van hun gewicht is olie, tegenover slechts 20 procent in het geval van palmolie. Ze hebben geen vruchtbare grond nodig, zodat ze gekweekt kunnen worden op grond die niet geschikt is voor de landbouw. Dat klinkt allemaal zeer goed, maar algen hebben ook een paar dingen nodig: veel zonneschijn en een massale hoeveelheid water. Om algen te kweken heb je ook fosfor nodig, een element dat de landbouw heel erg nodig heeft.
Design van een algenkwekerij in de woestijn : waar komt het zeewater vandaan?
De meeste algen worden gekweekt in brak of zout water. Dat klinkt alsof waterverbruik geen rol speelt, want onze planeet heeft geen gebrek aan zout water. Maar net als zonnecentrales worden algenkwekerijen best in zonnige gebieden neergezet, woestijnen bijvoorbeeld. Maar in erg zonnige gebieden, en zeker in de woestijn, is er meestal niet veel water te vinden. Dat is geen probleem voor zonnecentrales, want die hebben geen water nodig. Maar hoe ga je al dat zeewater tot bij je algenfabriek in de woestijn krijgen? Geen woord daarover op de websites van al deze bedrijven.
Zonnekloppers
Er zijn niet zoveel mogelijkheden. Je kan zeewater transporteren naar de woestijn, maar dat gaat je enorm veel energie kosten, waarschijnlijk meer dan wat er door de algen geproduceerd kan worden. Je kan ook zoet water van dichterbij gelegen regios of ondergrondse waterlagen gebruiken, en die vervolgens omzetten naar kunstmatig zeewater. Maar je had beloofd dat algenbrandstof niet zou concurreren met de voedselproductie. Een derde optie is dat je je algenkwekerij vlak bij de zee neerpoot.
Er bestaan natuurlijk plaatsen dicht bij de zee waar veel zon is. Maar de kans is klein dat de grond daar even goedkoop is als in de woestijn. Bovendien zijn zonnige kustplaatsen dikwijls al bezet door hotels en toeristen, om maar een voorbeeld te geven. Je zou dus wel eens gedwongen kunnen worden om een plek te kiezen die minder zonnig is – wat onvermijdelijk betekent dat de energie-efficiëntie naar beneden gaat. Wat opnieuw de vraag oproept: leveren algen wel meer brandstof op dan er nodig is om ze te maken?
Hoeveel water is er nodig voor de productie van algenbrandstof? Die informatie is nergens te vinden. “Heel wat” is waarschijnlijk een goede gok als antwoord, want het volstaat niet om de vijvers of de containers één keer vol te gooien. Het water moet regelmatig worden bijgevuld. Dat algen 100.000 liter brandstof per hectare per jaar kunnen leveren, mag dan indrukwekkend klinken, wat echt telt is hoe veel liter brandstof je kan produceren met een bepaalde hoeveelheid water.
Vijvers
Water is niet het enige element dat de energie-efficiëntie van algenbrandstof bedreigt. Vergeleken met andere planten is het fotosynthetisch rendement van algen hoog – bijna drie keer dat van suikerriet bijvoorbeeld. Vergeleken met zonnecentrales is de energie-efficientie van algen echter bijzonder laag – rond de één procent, terwijl zonnepanelen een efficientie hebben van tenminste tien procent. Thermische zonnecentrales halen twintig pocent en meer. Waarom zouden we dan algen verkiezen boven zonne-energie? Eén mogelijke reden is dat algen in een open vijver kunnen worden gekweekt met niets anders dan zonneschijn en CO2, die de organismen uit de atmosfeer kunnen opnemen, terwijl de productie van zonnecentrales wel wat energie kost. Je hebt nog altijd energie nodig om de algen in een vloeibare brandstof om te zetten, maar dat is het dan ook.
Bioreactors
Deze lowtech aanpak (vergelijkbaar met het kweken van graan of koolzaad op een veld) wordt echter steeds vaker verlaten ten voordele van meer efficiënte methoden die gebruik maken van gesloten, glazen of polycarbonaat containers en een waaier aan high-tech materiaal om de algen in optimale condities te doen groeien. Hoewel sommige bedrijven nog altijd open vijvers verkiezen (zoals de kwekerij van PetroSun die afgelopen week gestart werd), heeft deze methode serieuze nadelen. Het belangrijkste probleem is besmetting door andere algen en organismen, die in een mum van tijd de plaats van de energie-producerende algen kunnen innemen. Vijvers hebben ook veel plaats nodig, omdat zonlicht alleen in de bovenste lagen van water doordringt. De oppervlakte van het water is belangrijk, niet de diepte.
Doorschijnende bioreactors lossen de problemen van open vijvers op. Deze transparante containers kunnen schuin geplaatst worden of opgehangen aan het dak van een tuinbouwkas zodat ze meer zon opvangen op een kleinere oppervlakte. En omdat ze zijn afgesloten, kunnen er geen andere organismen binnendringen. Maar bioreactors verbruiken ook aanzienlijk meer energie. Eerst en vooral moet je allerlei structuren gaan bouwen; de glazen of polycarbonaat containers zelf, de metalen geraamtes, de tuinbouwkassen.
De wetten van de fysica
De productie van al dit materiaal zal per vierkante meter minder energie (en geld) kosten dan zonnepanelen, maar je hebt er meer van nodig omdat algen minder efficient zijn dan zonnecentrales. Bovendien moet in gesloten bioreactors de CO2 kunstmatig worden toegevoegd. Dat gebeurt door lucht door het water te borrelen, met behulp van gaspompen. De containers moeten ook geregeld worden leeggemaakt en gereinigd, ze moeten gesteriliseerd worden, het water moet op een bepaalde temperatuur worden gehouden, en er moeten continu mineralen worden toegevoegd (omdat net zoals bij cellulose-ethanol ook hier het “afval”materiaal wordt verwijderd). Al deze processen vragen extra energie.
Brengen de algenkwekerijen deze factoren in rekening als ze opbrengsten claimen die 100 keer hoger liggen dan die van biodiesel en ethanol? Dat weten zij alleen. Het zou kunnen dat deze bedrijven de energieopbrengst overschatten om kapitaal aan te trekken. Een van de weinige critici van algenbrandstof, de Australiër Krassen Dimitrov, berekende dat de cijfers van een van de bedrijven, Green Fuel Technologies, de wetten van de fysica overtreden. Het bedrijf stelt dat hij fout zit, maar zijn berekeningen ogen in elk geval overtuigender uit dan de vrijwel onbestaande informatie op de website van het bedrijf.
Voedsel uit de schoorsteen
Verschillende algenkwekerijen hebben plannen om hun productiefaciliteiten aan een elektriciteitscentrale vast te haken, om zo de uitstoot van CO2 en stikstof af te vangen als “voedsel” voor de algen. Die methode wordt beschouwd als een manier om de uitstoot van broeikasgassen door steenkool- en gascentrales te verminderen, maar dat is een foute redenering. Het is zeer bizar dat het afvangen van broeikasgassen wordt bekritiseerd door groene jongens wanneer ze gebruikt wordt in de context van “schone steenkoolcentrales”, maar door diezelfde mensen wordt toegejuicht wanneer het wordt ingezet voor het kweken van algen. Want in beide gevallen verhoogt het afvangen van de CO2 het energieverbruik van de energiecentrale met tenminste 20 procent.
Dat maakt de technologie niet alleen erg duur, het betekent ook dat er meer steenkool of gas moet worden ontmijnd, getransporteerd en verbrand. Niet bepaald milieuvriendelijk. Brandstof produceren uit algen is zelfs een slechter idee dan het afvangen van CO2 bij steenkoolcentrales, want in dat laatste geval worden die gassen tenminste verzameld met de bedoeling om ze ondergronds op te slaan. In het geval van algenkwekerijen worden ze afvangen met de bedoeling om ze iets later evengoed de lucht in te blazen, zij het dan via de uitlaat van een auto en niet via de schoorsteen van een elektriceitscentrale. Deze methode maakt de productie van biobrandstof ook afhankelijk van fossiele energie. Waar gaan de kwekerijen hun CO2 vandaan halen als de olie en steenkool op zijn?
Waar komt de suiker vandaan?
Opnieuw stelt zich de vraag: brengen de producenten van algen het extra energieverbruik in rekening dat onstaat door het afvangen van de CO2, wanneer ze beweren dat algen honderd keer meer brandstof kunnen leveren dan de eerste generatie biobrandstoffen? Dat lijkt weinig waarschijnlijk. Liever focussen ze de aandacht op slechts een deel van de totale energieketen.
Een zeer goed voorbeeld is het verhaal van Solazyme, een bedrijf dat (genetisch gewijzigde) algen in ondoorschijnende stalen containers kweekt, vergelijkbaar met die van brouwerijen. De algen halen in dit geval hun energie niet uit het zonlicht, maar uit suiker die ze krijgen toegediend. Deze methode, zegt het bedrijf, doet de organismen duizend keer meer olie produceren dan wanneer ze groeien door middel van zonlicht, omdat suiker een veel geconcentreerder vorm van energie is.
Maar waar komt de suiker vandaan? Het bedrijf laat dat deel van het proces simpelweg uit de berekening, en daar schijnt niemand zich druk om te maken. Het kweken van suikerriet kost grote hoeveelheden energie, land en water. Door de fotosynthese uit te schakelen, elimineren de onderzoekers zelfs het enige voordeel dat algen hebben tegenover andere planten: hun hogere energie-efficiëntie. Het fotosynthetische rendement van suikerriet bedraagt niet eens de helft van dat van algen, wat betekent dat als de gehele energieketen beschouwd zou worden, dit proces alleen maar minder efficiënt kan zijn dan dat van algen geproduceerd in transparante bioreactors.
Stop de waanzin
Terwijl de eerste generatie biodbrandstoffen het milieu vernielt en de voedselprijzen de hoogte injaagt, staat de tweede generatie klaar om het allemaal nog erger te maken. Achter de schermen werken wetenschappers intussen aan een derde generatie biobrandstoffen, wat dat ook mag zijn. Over vijf jaar, wanneer het iedereen duidelijk is geworden dat brandstof uit algen onze watervoorraad en energiebronnen opvreet en dat cellulose-ethanol de landbouwbodems uitput, zal er ons beloofd worden dat de derde generatie biobrandstoffen opnieuw de problemen van de vorige generatie zal oplossen.
Het zou geen kwaad kunnen om het hele idee van biobrandstoffen hier en nu te begraven en ons te concentreren op de echte problemen. Het probleem van biobrandstoffen is niet de technologie, het zijn onze onrealistische verwachtingen. Het produceren van brandstof uit voedingsgewassen zou een nuttige en duurzame oplossing kunnen zijn als onze energieconsumptie niet zo belachelijk hoog was. Al onze gewoonten, machines en hebbedingen zijn gebaseerd op een extreem geconcentreerde vorm van energie, fossiele olie, en die brandstof proberen te vervangen door een veel minder geconcentreerde vorm zonder het energieverbruik aan te passen, is simpelweg onrealistisch.
Rookgordijn
Het probleem is de vraag, niet het aanbod. In 2003 berekende Jeffrey Dukes dat er 25 ton prehistorisch plantaardig materiaal (het merendeel algen) nodig was om één liter benzine te vormen. Wij verbranden deze hoeveelheid planten om heen en weer naar de supermarkt te rijden. Het probleem dat we moeten aanpakken is ons energieverbruik. De ontwikkeling van biobrandstoffen is een rookgordijn om dat vooral niet onder ogen te moeten zien.
© Kris De Decker
|
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Houtgasauto's : rijden op brandhout
Biobrandstoffen schadelijker dan benzine : de remedie is erger dan de kwaal
Rijden of eten? : waarom biobrandstoffen ons zullen uithongeren
Olie te duur? Stook de bossen op : pellets
Trolleybussen en trolleytrucks : elektrisch transport voor een koopje
Snelheid vreet energie : als we de gemiddelde snelheid van alle vervoersmiddelen halveren, zou het globale brandstofverbruik met 75 procent dalen
Vrachtwagens met trappers : een nieuwe generatie vrachtfietsen
Waarom de elektrische auto geen toekomst heeft : Snelle oplaadtijden voor elektrische auto's worden enthousiast onthaald, maar ze leiden tot enorme pieken in het elektriciteitsverbruik.
Maak alles zelf : meer dan 1.000 online handleidingen voor doe-het-zelvers
Blijf op de hoogte via nieuwe berichten via e-mail, feed, twitter of facebook.
Het lijkt me dat er eens moet gekeken worden naar de beschikbare hoeveelheid energie die er is en het aantal mensen die er zijn.Zijn er niet wat veel mensen op deze planeet?Hoe zouden we er nu voorstaan als de wereldbevolking pakweg een vierde zou zijn?
Geplaatst door: Paul Permeke | 21 april 2008 om 09:24
Er zou uiteraard meer energie beschikbaar zijn als de bevolking kleiner zou zijn. Maar dat lijkt me een nogal drastische ingreep, niet? En wie moet er dan gaan, en wie mag er blijven?
Als we allemaal evenveel energie zouden verbruiken als de gemiddelde Afrikaan, dan zou het wereldwijde energieverbruik bijna nul zijn.
Dat wil niet zeggen dat we allemaal als Afrikanen moeten gaan leven, maar er lijkt me wel een tussenweg mogelijk. Wij (en zeker ook de Amerikanen) zouden het best met vèèl minder energie kunnen stellen.
Geplaatst door: Kris De Decker | 21 april 2008 om 10:49
Tja... Als we allemaal de helft minder gebruiken en de wereldbevolking verdubbelt schieten we er niet veel mee op.
Geplaatst door: Ben verhagen | 06 mei 2008 om 23:54
Als het inderdaad waar blijkt dat zowel de eerste als de tweede generatie biobrandstoffen geen enkele bijdrage kunnen leveren aan de vermindering van de CO2-uitstoot, of een vervangmiddel worden voor fossiele brandstoffen, welke mogelijkheden blijven er dan nog over? Als je er van uit zou gaan dat zonnepanelen een (te) laag rendement hebben en windenergie enorm veel geld kost. Bovendien kunnen beiden nooit een vervangmiddel zijn van de energie-industrie, maar slechts een aanvulling zijn op de fossiele brandstoffen. Wat blijft er dan nog over? Als je weet dat olie naar schatting over 40 jaar is uitgeput, gas over 60 jaar en zelfs uranium over 80 jaar. Als je weet dat kernfusie nog in beginschoenen staat, waarin schandalig hoge geldsommen worden geïnvesteerd, maar waarvan alle resultaat uitblijft, en vermoedelijk tegen 2050 nog zo zal zijn? Als je weet dat rijden op waterstof omstreden is (hoge risico's voor bestuurder, duur productieproces)?
Enige suggestie?
Geplaatst door: Tim Barbaix | 07 mei 2008 om 21:33
Dit artikel doet heel negatief over biobrandstoffen, maar dit negativisme wordt evenmin gestaafd met cijfers als het positivisme van de "biobelievers". De technieken om op industriele schaal bio-ethanol en bio-diesel te produceren zijn nog relatief nieuw en de rendementen kunnen zeker verbeterd worden. Voor het massale gebruik van aardolie en aardgas was de mensheid helemaal aangewezen op hout, turf of gedroogde mest als brandstof. Biobrandstoffen zijn zo oud als de mensheid zelf. Een voordeel tegenover zonne-energie is dat de biobrandstoffen goedkoop stockeerbaar zijn wat met electriciteit niet het geval is.
De prijs van goedkope slaolie in een plastic fles in de supermarkt is lager dan 1 euro! Diesel kost daarentegen meer dan 1 euro per liter. Dit bewijst m.i. duidelijk dat biodiesel goedkoper kan zijn en zal worden dan petroleumdiesel.
Ik zou zeggen: lowtech heeft wat hightech nodig om echt rendabel te worden!
Geplaatst door: Jan van Dooren | 08 mei 2008 om 21:50
Tim: mijn suggestie is het opgeven van het concept gepersonaliseerd gemotoriseerd vervoer, met andere woorden, de auto. Dat is geen populaire boodschap, maar ik zie geen andere oplossing.
Jan: het klopt dat de mensheid voor de Industriële Revolutie grotendeels afhankelijk was van biomassa. Maar dan vergeet je dat de wereldbevolking toen veel kleiner was. In 1750 waren er minder dan 1 miljard mensen. En toen al was er sprake van grootschalige ontbossing (terwijl de mensen niet eens auto reden).
Ben: als we 30 keer minder energie verbruiken en de wereldbevolking verdubbelt, dan schieten we er wel iets mee op.
Geplaatst door: Kris De Decker | 10 mei 2008 om 12:52
Kris: alleen maar stoppen met het gebruik van de auto lijkt me lang niet voldoende. Er wordt nog enorm veel energie verspild in huis, in de industrie, en bij het transport van goederen, zowel lokaal, nationaal, internationaal, globaal. Het zou inderdaad een prachtig resultaat opleveren als het einde van de auto gerealiseerd werd. Maar zelfs nu, bij ons, waar de steden naar behoren uitgerust zijn met openbaar vervoer, en er wel degelijk ruimte is voor fiets en voetganger, rijden er meer auto's dan ooit. En ik ben bang dat de mentaliteitswijzinging die nodig is om mensen ertoe aan te zetten de auto thuis te laten (of zelfs gewoon weg te doen), veel te laat zal komen. Hoe laat? As de aardolie zó schaars is geworden, dat ook industriële processen er aanzienlijk onder lijden, dat ook nieuwe economieën (China, India,...) afhankelijk zullen zijn van de olie, en dat we ondertussen al gemakkelijk enkele decennia verder zijn. Een deprimerend gevoel om mensen dagelijks de file in te zien duiken overigens...
xx
Geplaatst door: Tim Barbaix | 12 mei 2008 om 00:12
Heeft er zich al eens iemand afgevraagd hoeveel ton Co2 er de lucht in gaat via allerlei koolzuurhoudende frisdranken ?
Hoeveel extra CO2 wordt veroorzaakt door de eindeloze files, wegwerkzaamheden..
Waarom moet iedereen naar Brussel om dan gewoon achter een scherm te zitten ?
Waarom heeft een auto een 100KW motor nodig om iemand aan een slakkegang te verplaatsen.
Geplaatst door: Johan S | 21 mei 2008 om 22:25
Lieve mensen
Laat u toch niet misleiden door deze berichten. Wij hebben praktijk ervaring met biobrandstoffen. Onze stroomgenerator op plantenolie aan huis maakt per uur 8.000 Watt en de oliepers die de olie maakt voor deze stroom verbruikt 500 Watt. Daarbij is er nog eens 15.000 Watt warmte die vrijkomt voor verwarming en boilerwater.
De opbrengst olie per hectare is niet max 1.000 liter zoals in je artikel maar 1.500 liter. Het verbruik om het land voor te bereiden en in te zaaien met machines en het mesten zal heus niet boven 150 liter liggen.
De mensen van deze opkomende industrie hebben heus geen tijd om al je twijfels te ontkrachten en je vragen te beantwoorden.
Sta toch eens met je voeten op de grond en doe eens zelf iets praktisch in plaats van maar kritiek te geven en zelf geen alternatieven aan te bieden gaseerd op ervaring.
Met vriendelijke groeten
Ward Janssen
Geplaatst door: Ward Janssen | 01 juni 2008 om 12:29
Mijnheer Janssen, hopelijk heeft u meer verstand van plantenolie dan van energie-opbrengsten, want de cijfers die u hier neerschrijft (8.000 watt output, 500 watt input) lijken mij erg onwaarschijnlijk. Mochten uw machines dat inderdaad halen, dan was u nu wereldberoemd. Wellicht haalt u de eenheden voor vermogen en energieverbruik door elkaar ( zie deze pagina voor meer uitleg: http://www.lowtechmagazine.be/2007/01/watt.html )
Geplaatst door: Kris De Decker | 01 juni 2008 om 13:08
Beste Kris De Decker of in wiens naam u ook werkt. U hebt de arrogantie om te reageren vanuit de hoogte over mijn neutrale informatie vanuit de praktijk. U trekt mijn gegevens in twijfel over eenheden Watt en energie-opbrengst. Hoe durft u? Lees eerst mijn tekst en u ziet in dat uw arrogantie geen grenzen kent.
Beste lezers, laat u niet meesleuren in deze gestuurde misleiding door belangengroepen.
Met vriendelijke groeten
Ward Janssen
Geplaatst door: Ward Janssen | 10 juni 2008 om 10:15
Wie is er hier arrogant, mijnheer Janssen: "De mensen van deze opkomende industrie hebben heus geen tijd om al je twijfels te ontkrachten en je vragen te beantwoorden".
Dus we moeten zomaar alles slikken wat jullie ons vertellen?
Trouwens: u maakt en verkoopt oliepersinstallaties, u bent dus allesbehalve een neutrale partij.
Als u het niet eens bent met mijn kritiek, weerleg hem dan. Ik maak fouten, en als u fouten kan aantonen dan zal ik die rechtzetten. Maar hou uw flauwekul alstublieft voor uzelf.
Geplaatst door: Kris De Decker | 10 juni 2008 om 12:56
"8.000 watt output, 500 watt input"
Dr staat dat de oliepers 500 wat gebruikt, niet dat de olie 500 watt als energieinhoud heeft ofzo, dus ik zie niet in waarom dit niet zou kunnen. De pers perst natuurlijk alleen de energiehoudende producten tot olie, daar zit natuurlijk de energie in, grotendeels verkregen door fotosynthese.
5.000 watt of 5 kW elektriciteit en 18 KW warmte is redelijk normaal voor een generator toch? Totaal 23 kW, dat is nog minder dan een automotor. En 500 watt is niet zo raar voor een pers die een paar liter per uur maakt, toch?
Wat is nou precies de kritiek op Ward Janssen?
Geplaatst door: Wouter | 16 juni 2008 om 16:45
Het blijft mij volslagen onduidelijk wat jullie precies bedoelen: 8.000 watt of 8.000 wattuur? 500 watt of 500 wattuur? En is het nu 500 watt of 5.000 watt? Want u hanteert beide cijfers in uw reactie.
Zoals Ward Janssen het voorstelt, gaat er 500 in en komt er 8000 uit. Dat geeft de indruk dat er 16 keer meer energie uit het proces komt dan er wordt ingestopt en dat lijkt mij onwaarschijnlijk.
Bovendien houdt hij enkel rekening met de energie die de oliepers verbruikt. Maar dat is maar een deel van het productieproces. Het koolzaad moet ook gezaaid en geoogst worden en dat vraagt ook fossiele brandstof - tenzij jullie met paarden werken?
Overigens begrijp ik niet eens waarom Ward Janssens meende te moeten reageren, want dit artikel gaat over biodiesel en ethanol. Jullie hebben het over pure plantaardige olie (PPO) en daar wordt in mijn artikel met geen woord over gerept.
Ik weet dat PPO efficienter is dan biodiesel of ethanol, omdat er geen raffinageproces plaatsvindt. Maar daar staat tegenover dat je je automotor moet ombouwen als je op PPO wil rijden.
Ondanks de beter efficientie is ook PPO geen oplossing omdat het niet schaalbaar is. Al eens uitgerekend hoeveel hectare koolzaad er nodig is als alle auto's op PPO gaan rijden? PPO is alleen maar een oplossing zolang het niet te populair wordt.
Geplaatst door: Kris De Decker | 16 juni 2008 om 17:42
Ok, '5.000 watt of 5 kW elektriciteit en 18 KW warmte' moest natuurlijk '8.000 watt of 8 kW elektriciteit en 15 KW warmte zijn'. Verder klopt het gewoon.
Het hele punt van mijn reactie is juist dat er niet 500 watt ingaat, maar dat enkel de elektrische energie is die de pomp verbruikt. De energie die er in gaat zal wel tussen de 25 en 30 kW zijn, aan biobrandstof. In dat geval zal het een elektrisch rendement van rond de 30% en nog 60% bruikbare warmte. Dus 25-30 in en (8+15=) 23 uit.
En vermogen is altijd in watt (of J/s). Wattuur is een energiehoeveelheid, geen vermogen. Hier hebben we het alleen over vermogens. Ward Janssen gebruikte 1x 'per uur' te veel bij een vermogen, een veel gemaakte fout, maar iedereen begrijpt wat hij bedoelde lijkt me.
Ook zegt hij dat er voor de rest maximaal 150 liter brandstof, van de 1500 liter opbrengst dus, wordt gebruikt om het land te bewerken. Die wordt dus niet vergeten, maar is 10% van de opbrengst.
Of zijn reactie terecht was weet ik niet, maar PPO lijkt mij ook een biobrandstof. De reactie op zijn stuk vond ik alleen ook niet terecht, want hier is helemaal niets vreemds aan. Als dr dan iets over uitgelegd moet worden doe ik dat graag.
We moeten het hebben van de kleine oplossingen, we gaan echt niet 1 nieuwe grote oplossing vinden.
Geplaatst door: Wouter | 17 juni 2008 om 10:14
Hallo,
Zonder een standpunt voor of tegen biobrandstof van de tweede generatie in te nemen wil ik toch wel even opmerken dat het wel degelijk mogelijk is dat een woestijn aansluit op de zee (vb Namibwoestijn). De bekenste woestijn die aansluit op een zee is natuurlijk Antarctica al lijkt me dit niet de meest geschikte plaats voor de kweek van Algen.
Geplaatst door: jonas | 25 juni 2008 om 23:20
Dat klopt, Jonas. Australië heeft bijvoorbeeld ook wel geschikte gebieden voor de kweek van algen. Het punt is dat je op zoek moet naar specifieke plaatsen, terwijl dat helemaal niet aan bod komt in de promo-praatjes. Daar lijkt het alsof je zo'n kwekerij in eender welke woestijn kan neerpoten.
Geplaatst door: Kris De Decker | 26 juni 2008 om 16:27
Ik vind het artikel zeer negatief het staat met allerlei aannames die als feit worden gepresenteerd zonder dat dit onderbouwd wordt maar goed.
De vraag is waar hebben we biodiesel of een soortgelijke energiedrager voor nodig.
Voor de transportsector schepen,vrachtwagens en vliegtuigen.
Deze kunnen niet elektrisch omdat de energie die hier nodig voor is niet in een accu is op te slaan. Hoe gaan we dit dan produceren.Met algen in een bak in een woestijn ?(warm gebied) in ieder geval) niet meer dan pak hem beet 10 kilometer uit de kust zoutwater nivo kan op peil gehouden worden met een pomp deze verbruikt naar verhouding helemaal niks.Maar goed zet er anders een kleine CSP centrale naast voor de stroom voorziening gewoon proberen nu kost een liter algendiesel 5 dollar maar dit kan veel verder omlaag.Dat de bodem verarmt bij de gewassen op land is onzin want alles is in cyclus op deze aarde er komt niets bij er verdwijnt niets in het totaal er wordt in het proces van de biobrandstoffen alleen een tussenstop ingelast door er eerst een brandstof van te maken .De gebieden die verbouwt worden hoeven niet te eroderen dit probleem kan de landbouwsector makkelijk aan.De grote vraag echter is wat is de EIOER van dit spul voor aardolie is dit tussen de 1 op 3 en 1 op 10 Je moet in elk systeem energie stoppen om er iets uit te krijgen bij een ruim positieve balans moet elke bio energievorm een kans krijgen hierbij moet natuurlijk alles meegewogen worden kunstmest kans op ontbossing etc. etc. Bij algen heb je veel meer kans om dit onder controle te houden en is dit dus politiek economisch en ecologisch bezien een goede optie.Vlak ook het innovatieve van de mens niet uit in plaats van maar negatief te doen.Er moet met een nuchtere blik naar de zaak gekeken worden vooral omdat er veel subsidies zijn en er altijd mooi weer praters op de loer liggen die ,door mileugelovigen die op allerlei hoge posities zitten,een loer te draaien en de zak even flink bijvullen.Het gezonde verstand moet hier wel overwinnen.
Geplaatst door: makkie | 30 september 2008 om 14:02
Als algen in een zonnig gebied moeten groeien, waarom zetten ze dan geen zonnepanelen op het dak van de fabriek zodat deze de energie voorzien voor de productie van de algen. Als het allemaal waar zou zijn wat in het artikel verteld wordt natuurlijk!
Geplaatst door: Jeanne | 21 oktober 2008 om 22:45
(20)
Jeanne, ik zie niet in hoe zonnepanelen het probleem van de watertoevoer gaan oplossen. En ook voor de constructie van zonnepanelen is energie nodig.
Geplaatst door: Kris De Decker | 26 oktober 2008 om 10:47
(21)
Een interessant artikel, weliswaar niet geheel objectief geschreven aangezien de afkeer jegens biobrandstof bij voorbaat al duidelijk is, maar toch, de problemen worden goed duidelijk. Wat betreft algenbrandstof worden diverse vragen opgeworpen, vervolgens komt er geen eenduidig antwoord op deze vragen, maar wordt wel de conclusie getrokken dat het per definitie geen goed idee is om er aan te werken. Ik zou zeggen, laat dit de markt bepalen. Al die bedrijfjes die proberen iets met algen te doen verdienen een eerlijke kans, en zullen vanzelf over de kop gaan als eea niet haalbaar blijkt. Zo is het bedrijf BioKing onlangs failliet verklaard.
Plaatsen waar je algen kan kweken zijn er genoeg, de problemen daarmee worden hier behoorlijk overdreven. Daarnaast is het CO2/suiker probleem uiteindelijk ook een non issue (in theorie), want de uiteindelijke algenplantage haalt zijn CO2 niet van een nabijgelegen fabriek maar uiteraard gewoon uit de lucht, waarbij er niet meer algen worden gekweekt dan dat er later weer worden verbrand als biobrandstof. Alleen zonder high tech installaties en met gebruikmaking van puur zonlicht en CO2 uit de lucht zal het uiteindelijk kunnen functioneren. De opbrengst zal dan ook lager zijn dan in het lab. Het zal uiteindelijk slechts de vraag zijn of een algenkwekerij die op de 100% natuurlijke manier functioneert economisch rendabel zal zijn. De markt zal hierover oordelen.
Geplaatst door: Eric | 17 november 2008 om 15:54
(22)
als je alleen de zonne energie per dag per m2 uitrekent voor zuid-spanje (5kwh per dag) heb je 62 dagen nodig voor een liter algendiesel (bij een zeer optimistisch geschat fotosynthese rendement van 20% en een algen naar diesel van 20% rendement)
dat alles per m2 ofwel maximaal 60.000 liter per hectare per jaar. dat getal van 200.000 klopt energetisch zeker niet.
Geplaatst door: koen weijand | 11 december 2008 om 10:49
(23)
Er zit een fundamentele denkfout in jouw artikel.
In de alinea over "afval bestaat niet" schrijf je dat de afbraak van het celmateriaal door ondergrondse organismen essentiëel is om de grond productief te houden.
Dat klopt uiteraard, maar wat heeft die grond dan nodig om productief te blijven? Niet de koolwaterstoffen, wel de anorganische elementen: Fosfer, Kalium, Stikstof e.d. Het gaat om de anorganische elementen. Die moeten terug vrijgemaakt worden uit de verbindingen waarin ze gebonden zaten.
Die anorganische elementen zitten niet gebonden in de koolwaterstoffen waar het ons om gaat: bioethanol of plantaardige oliën. Ze blijven achter in het afval na omzetting.
Of die vrijzetting nu gebeurt via micro-organismen in de bodem, of in de spijsvertering van een rund, of na de vorming van bio-ethanol doet niet terzake. Wat telt om de cyclus te sluiten is of de resten van dat proces, vb de mest van runderen, of de afval van het omzettingsproces tot bio-ethanol, teruggaat naar daar waar de planten werden gewonnen.
Hetzelfde verhaal met de algen: de nodige fosfer komt terug in het systeem nadat de olie uit de algen werd geperst.
Als biobrandstoffen op basis van algen een probleem hebben om het energievraagstuk op te lossen is het niet of er voldoende anorganische elementen beschikbaar zijn want die laten zich eenvoudig recycleren, is het niet of er voldoende water beschikbaar is want zeewater volstaat en dat is er genoeg, is het niet of er voldoende landbouwgrond beschikbaar is want woestijngrond volstaat en die is er genoeg, is het niet of er voldoende zonne-energie beschikbaar is want die is er gnoeg, maar wel of er een voldoende hoge CO2 concentratie beschikbaar is om de oogst te kunnen realiseren die er potentiëel is.
Geplaatst door: Peter C | 06 februari 2009 om 23:48
(24)
http://www.youtube.com/watch?v=Jew3ah24Zj4&feature=related
deze persoon is het wel heel erg oneens met u
Geplaatst door: freddy thumas | 13 maart 2009 om 16:21
(25)
Peter:
Het belangrijkste argument tegen zowel cellulose-ethanol als algenbrandstof behandel je helemaal niet - de vraag of het hele proces van kweek, productie en distributie wel een netto-energierendement heeft. Komt er meer energie uit dan wat er in moeten stoppen? Dat bleek een van de grootste problemen van de eerste generatie biobrandstoffen, en het stelt zich opnieuw.
Verder schrijf je:
"Wat telt om de cyclus te sluiten is of de resten van dat proces, vb de mest van runderen, of de afval van het omzettingsproces tot bio-ethanol, teruggaat naar daar waar de planten werden gewonnen."
Niet echt een goed voorbeeld, want in het geval van runderen gebeurt het niet. Waarom niet? Omdat onze runderen gevoed worden met veevoeder dat in Brazilië is geteeld. Brazilië verliest zijn bodemvruchtbaarheid, wij zitten met teveel mest. Theorie en praktijk zijn twee verschillende dingen. In jouw ideale scenario wordt de geoogste biomassa ter plekke omgezet in biobrandstof, niet aan de andere kant van de wereld. Dat is niet zo vanzelfsprekend.
Je laatste alinea houdt geen steek. Uiteraard is alles aanwezig, globaal bekeken. Maar daarom ligt het nog niet in verschillende hoopjes naast elkaar. Voor algenbrandstof betekent dat vooral dat er water zal moeten worden aangevoerd en dat kost energie, wat ons terug bij de belangrijkste kritiek brengt: levert het hele proces een netto hoeveelheid energie op?
Het hele debat rond de dreigende drinkwaterschaarste is in essentie een debat over energie. De aarde heeft globaal bekeken vers water in overvloed, het is alleen erg ongelijk verdeeld. Je kan altijd tankers vol water over de aardbol transporteren, maar dat kost energie (een van de redenen waarom gebotteld water als milieuonvriendelijk wordt beschouwd). Er is trouwens ook geld genoeg, globaal bekeken, toch leeft de halve wereld in armoede. De wereld is niet de ideale plek waarvoor jij hem houdt.
Geplaatst door: kris de decker | 13 maart 2009 om 22:44
(26)
Uiteraard heeft het geen zin om algen als energiegrondstof te ontwikkelen als er meer energie moet worden ingestopt dan er wordt uitgehaald.
Wat die algen betreft ga ik nogal voort op het rapport van het NREL uit 1998 Het artikel is meer dan 10 jaar oud en dus min of meer uit onverdachte tijden. Zij stellen dat de kweek van de algen vooral sukkelt onder een te hoge prijs, let wel dat is een te hoge prijs naar Amerikaanse normen uit 1998.
http://www.nrel.gov/docs/legosti/fy98/24190.pdf
De onderzoekers zien de kweek van algen vooral als een methode om tot 90% van de CO2 uitstoot van bv kolencentrales te recycleren en zodoende een tweede keer te gebruiken.
Geplaatst door: PeterC | 18 december 2009 om 22:11
(27)
Volgens een nieuw onderzoek zorgt de productie van algenbrandstof voor meer broeikasgassen dan de algen uit de atmosfeer opnemen. De reden is dat er grote hoeveelheden kunstmest aan het water moeten worden toegevoegd.
http://greeninc.blogs.nytimes.com/2010/01/25/study-examines-costs-and-benefits-of-algae/
De onderzoekers stellen ook een mogelijke oplossing voor: het gebruik van afvalwater (rioolwater), dat veel nutriënten bevat. Dat betekent dan weer wel dat we rioolwater naar de woestijn moeten transporteren, of de algenproductie naar de steden moeten verhuizen (waar de opbrengst veel minder klein is dan in de woestijn).
Geplaatst door: Kris De Decker | 26 januari 2010 om 12:58
(28)
Maar wat als je nu zo'n algen plantage in de buurt van een stad als caïro legt? Daar zijn een hoop mensen (dus rioolwater) maar ook een hoop zon omdat het in een woestijn ligt.
Geplaatst door: arko | 16 april 2010 om 16:09
(29)
Kris, op jouw reactie van 26 jan 2010:
De studie zegt niet dat het is maar dat het zou kunnen dat. En eigenlijk stelt de studie dat als je de algen voedt met afvalwater, of beter nog met urine, dat de teelt dan wel milieuvriendelijker is dan andere plantaardige energiegewassen.
Verder is het me nog niet direct duidelijk over welke andere nutriënten het dan gaat tenzij CO2.
Uiteindelijk haal je alleen plantaardige olie uit het systeem weg, ttz een molecule met formule CH3(CH2)n COOH, dus een molecule die uitsluitend uit C, H en O bestaat. Alle minerale nutriënten die de plant nodig heeft blijven binnen het systeem.
Geplaatst door: PeterC | 29 mei 2010 om 00:24
(30)
"In de natuur bestaat het concept “afval” niet."
Dat heb je goed gezien, Kris. Een feit dat ook bij bijvoorbeeld het beheer van bossen vaak over het hoofd gezien wordt. Dood houdt werd en wordt heel vaak nog steeds zo snel mogelijk verwijderd, want: "Moet je nu toch eens zien, zó slordig!!" Maar dood hout is net een essentieel onderdeel van een gezond bos, het herbergt tal van levensvormen.
Geplaatst door: Stormbeest | 08 juni 2010 om 10:22
(31)
@ Stormbeest,
hoewel er nog erg veel werk is aan goed beheer van onze natuur (toch van die natuur die beheerd moet worden), toch denk ik dat wat het laten liggen van hout er de laatste 10-20 jaar heel veel gewijzigd is. Volgens mij worden in een groot deel van de bossen en zelf behoorlijk wat parken het dood hout niet zomaar meer weggehaald.
Geplaatst door: Renaat | 08 juni 2010 om 22:59